Rainbow4kids

woensdag 18 augustus 2010

Epiloog

Het zit er op: gisteren zijn we terug op Zaventem geland. Het deed eerst wat vreemd aan, na 3 maanden weer in België te zijn, maar intussen is dat al weer helemaal ‘gewoon’. Ik vind het heerlijk om weer in mijn eigen huis te zijn, mijn eigen gangetje te gaan.

De beelden uit Kenia blijven wel door mijn hoofd spoken: beelden van de laatste week – de échte ‘safari’ waarover straks meer - en beelden van voordien, van het schooltje, de kinderen, de mensen die ik ontmoette... Ze hebben een hele tijd deel uitgemaakt van mijn dagelijks leven, ze zijn me intussen erg dierbaar geworden. Ik vraag me af of ik hen nog zal weerzien. Natuurlijk zou het leuk zijn om de tweeling Joyce & Angelina en hun kleine broertje Robert nog eens te ontmoeten, te zien of het hen verder goed is gegaan. Natuurlijk zou het leuk zijn om te ontdekken of Rose/Riziki een veilig plaatsje heeft gevonden in een instelling. Natuurlijk zou het leuk zijn om te weten of Pamphilla haar diploma haalt en door kan gaan naar de Middelbare School. Natuurlijk zou het leuk zijn om te weten of kleine David met zijn ernstig snoetje voortaan beter kan volgen in de klas. Natuurlijk zou het fijn zijn om te zien hoe de Rainbow4Kids Primary School groeit en bloeit. Natuurlijk zou het deugd doen te merken dat de kinderen van Kebene goed terecht zijn gekomen...
Of ik dat allemaal zélf zal kunnen vaststellen, is nog helemaal niet zo zeker. Er moeten nl heel wat omstandigheden ‘goed’ zitten vooraleer zo’n onderneming weer mogelijk wordt. En dus past hier ook een welgemeend ‘dankjewel’ aan alle mensen die mij steunden bij mijn plan. Jef, onze kinderen, mijn mama en familie... ze stonden er voor 100% achter, en stimuleerden me om door te zetten. Dankzij de toestemming van mijn directeur was het mogelijk om mijn werk op school gedurende enkele weken te onderbreken – op voorwaarde evenwel dat ik terug zou komen – en dat doé ik dan ook! Dank aan Mama Rainbow en de hele ploeg, die me de gelegenheid gaven om deze unieke ervaring op te doen. Dank ook aan de mensen die me in Ukunda zo vriendelijk verwelkomd hebben: Michael, James en alle collega’s, Lianne, Susan, Isaac, de mensen van Kebene... Ik dank ook alle thuisblijvers die me via mail of blogbericht feedback gaven. Het deed deugd te weten dat mensen thuis mijn verhalen en beschrijvingen lazen en apprecieerden.

Wat de laatste week in Kenia betreft: internet was niet (gemakkelijk) beschikbaar, er zijn dus ook geen blogberichten verschenen. De safari was een hele belevenis, ik denk trouwens dat alle gebeurtenissen nog niet volledig verwerkt zijn. Dat komt nog wel, wanneer we de verhalen zullen vertellen, wanneer we de foto’s zullen (her)bekijken, het allemaal zullen herbeleven...

Vorige dinsdagochtend dus werden we om 7u door Sham in zijn busje opgehaald, en zetten we koers richting Masai Mara. Het eerste deel van de rit was ons al bekend: dat hadden we zelf ook gereden, richting Rift Valley. Nu we niet zelf moesten rijden, was er meer kans om rond te kijken. Even buiten Nairobi rijd je bv door een streek die erg aan het Zwarte Woud (of gelijkaardig...) doet denken: heuvelige omgeving, veel groen, dennenbomen, vrij koud, mensen met jassen en truien, tot zelfs... schapenvelletjes en bontmutsen te koop langs de weg! Een beetje raar toch voor Kenia, geef toe!



De weg werd van langsom hobbeliger, over stenen en door putten... bij momenten zaten we op het puntje van onze zetel omdat we de stenen tegen de onderkant van de auto hoorden botsen. En ja... op een bepaald moment wàs het dan zover: er was iets geraakt, er hing duidelijk iets los, en dat kletste bij elke oneffenheid tegen de onderkant van het busje. Sham zetten zich opzij, inspecteerde de onderkant en merkte dat de beschermplaat was losgeraakt. Hij ging op zijn vloermatje onder het busje liggen, bond het losgeraakte ding nogal rudimentair vast en besloot dat hij héél voorzichtig verder zou rijden: we waren niet zo ver meer van onze bestemming. Dat was echter geen goed idee: het ding raakte weer los, en we zetten ons weer opzij.



In de verte kwamen enkele jonge Masai aangelopen, ze boden meteen hun hulp aan. Terwijl de ene mee onder het busje ging liggen, knoopten de anderen een gesprek aan. Een van hen was geïnterresseerd in Jefs horloge en wou het ding ruilen tegen een hanger met leeuwentand. Jef zag dit niet zitten; handel in leeuwentanden is overigens illegaal.
Enfin... een tijdje later konden we weer voorzichtig verder, en gelukkig was daar een paar honderd meter verder een soort autogarage langs de weg. De man beschikte over een laspost (op generatorstroom) en heeft de plaat stevig vastgelast. We hebben er de hele week verder geen last meer van gehad!
Toen we in het wildpark toekwamen, kregen we meteen een primeur: vlak voor ons ‘botsten’ we bijna op een groepje olifanten: enkele vrouwtjes met hun kleintjes, echt een fantastische eerste kennismaking met de fauna in de Masai Mara!



Iets na tweeën kwamen we dan toe in het Kichakani tentenkamp. Het is een vrij nieuw kamp, nog helemaal niet bekend, en – als je het ons vraagt – ook nog niet goed gerund. Veel goeie wil, dat wel, en dat maakt veel goed. Maar de voorzieningen, oa de keuken, waren niet optimaal. Ondanks het feit dat Roger, onze safari-organisator, ons had verzekerd dat vegetariërs overal goed aan hun trekken zouden komen, was dit hier bv niet het geval. Gelukkig waren er wel genoeg groenten en fuit voorhanden. Volgend minpunt: het ontbijt ’s anderendaags stond niet klaar op het gevraagde uur, zodat we moesten vertrekken met enkel een kop Nescafé/thee en een bordje cornflakes. Het lunchpakket voor onderweg was daarenboven mager: een kippenbilletje (!), een gekookt ei, een klein pakje chips, een flesje kunstmatig gekleurde limonade, een appelsien en kleine banaan. Maar de game drive daarentegen was wél bijzonder leuk, en dat is toch wel het voornaamste! Masai Mara is een heel groot wildpark – dat trouwens nog verder doorloopt tot de Serengetti in Tanzanië - met enorm weidse uitzichten.



Er zit veel wild, en dat laat zich vrij gemakkelijk spotten, ook al omdat er heel wat kleinere wegen zijn die kriskras (een deel van) het gebied doorkruisen. Dit zijn uiteraard geen geasfalteerde wegen, en soms moest ons busje – én onze chauffeur – nogal vreemde toeren uithalen, zoals dwars door een uitgedroogde bedding omlaag en terug omhoog – en dat maakte het natuurlijk ook spannend en avontuurlijk! We zagen die namiddag en ook de volgende dag nog heel wat olifanten, giraffen, buffels, gnoes, antilopen, wrattenzwijntjes, hyena’s, leeuwen met welpjes, ook 3 cheeta’s... Fantastisch! Die cheeta’s, dat was op aanwijzen van JJ, een jonge Masai die in het tentenkamp werkte. Hij had nog nooit een game drive meegemaakt, en vroeg ons of hij mee mocht. Voor ons geen probleem, wel integendeel! Hij had inderdaad erg goeie ogen en dat kwam ons goed van pas. Een bijzonder hoogtepunt was het gadeslaan van een grote kudde gnoes of wildebeesten die in dit seizoen, wanneer de Serengetti te droog geworden is, de Mara-rivier oversteken op zoek naar groener gras in de Masai Mara. Het oversteken van de rivier is echter niet zonder gevaar: de kleinere/zwakkere gnoes zijn een gemakkelijk slachtoffer voor de op de loer liggende krokodillen. Deze oversteek van de gnoes is een bijzonder schouwspel dat door heel wat kijklustigen met grote en dure camera’s wordt gevolgd. Zo ook toen wij er stonden. Enkele gnoes stonden aan de overkant te trappelen en te twijfelen, werden onder druk gezet door de steeds grotere wordende kudde achter hen, maar durfden de stap niet te zetten: een paar meter verder in het water zat immers een dikke kroko te likkebaarden! Uiteindelijk zijn de wildebeesten op hun stappen teruggekeerd, op zoek naar een veiliger oversteekplaats. Daar werd weer lang getreuzeld, het bleek nog niet veilig genoeg, en uiteindelijk zijn wij verder gereden. Het zou nl nog een hele tijd kunnen duren, misschien zelfs tot de volgende dag!
We hebben onze rit dus verdergezet, en nog heel wat dieren kunnen observeren, oa een paar kolossale luie hippo’s in en op de oevers van de Talek rivier. Langs het water merkten we overigens bijzondere bomen op: Fig trees, noemde Sham ze. Majestueuze stammen en breed uitwaaierende kronen!

De derde dag reden we verder, een uur of 6 onderweg wel, naar Nakuru. Daar logeerden we in een ‘gewoon’ hotel: er zijn nl geen accomodaties in het park zelf. Dat is ook niet zo erg groot, en is vooral bekend om zijn meer waar grote groepen foeragerende flamingo’s de oevers van het zoute meer roze kleuren. Zo stond het in de boekjes, en zo IS het ook: een bijzonder schouwspel in de late namiddagzon! Het park zelf is ook zeer de moeite: er zijn bossen met mooie bomen, oa gele acacia’s, en daartussen kan je ook nog heel wat wild spotten. Wij zagen er twee van de ‘big five’ die we voordien nog niet zagen: de neushoorn en een luipaard. De zwarte neushoorn die we vanuit de verte zagen, is erg schuw en daarom slechts zelden te zien. De witte (eerder grijsachtig) is dan weer minder schuw, en daarvan hebben we enkele koppels én een kleintje gezien. Het door ons gespotte luipaard lag lui op een tak te verteren, en hoewel dit nogal veraf was, hebben we het met de verrekijker toch goed kunnen gadeslaan.

Ons laatste park, Amboseli, ligt aan de voet van de Kilimanjaro, en daar had ik erg naar uitgekeken. Een beetje een ontgoocheling dus toen we bij aankomst helemaal geen berg zagen: de wolken onttrokken hem volledig aan het zicht. Toen we in de late namiddag onze eerste game drive maakten, losten die wolken stilaan op, zodat het bovenste deel van de berg zichtbaar werd.

De sneeuw die op bestaande foto’s en afbeeldingen de top volledig bedekt, is tegenwoordig sterk verminderd en dat zal de komende jaren nog doorgaan, zoveel is duidelijk. De algemene klimaatopwarming heeft ook hier zijn sporen nagelaten. Door de verminderde sneeuwval is het smeltwater dat het park Amboseli en de hele streek voedt, ook sterk gereduceerd. Waar op onze kaart nog een ‘Lake Amboseli’ staat, zijn in werkelijkheid nog maar enkele swamps te vinden waar olifanten en ander wild komen drinken. De laatste jaren heerst er een grote droogte in de hele streek: heel wat dieren in het park zijn gestorven, en ook de kudde’s van de Masai zijn sterk gekrompen. Wij bezochten een Masai-dorp in de buurt waarvan de kudde van 120 naar slechts 20 stuks was geslonken, en dit amper in een tweetal jaren tijd. Die kennismaking met de Masai en hun cultuur was wel interessant, al overheerste bij ons het gevoel dat dit alles in functie staat van het commerciële aspect: de Masai willen in de eerste plaats geld in hun laatje brengen.



Dat is natuurlijk ook wel te begrijpen: ze zijn arm en de omstandigheden zijn bijzonder moeilijk! Er is in het park en in de hele streek trouwens ook verwoestijning aan de gang, en die wordt nog in de hand gewerkt door ontbossing door de plaatselijke bevoking. Voor ‘t koken en wat warmte (de nachten zijn er erg koud!) zijn de mensen aangewezen op (sprokkel)hout. Ook water is een groot probleem: er zijn wel een paar waterputten geboord, maar toch zijn heel wat mensen dagelijks uren onderweg om water te halen.
De volgende ochtend zijn we vroeg opgestaan in de hoop de Kilimanjaro helder te kunnen zien, en dat is ook wel gelukt


– heel mooi in het ochtendlicht - maar in de loop van de volgende uren hebben de wolken zich weer geïnstalleerd, en de berg heeft zich voor de rest van ons verblijf niet meer vertoond. In Amboseli hebben we vaak grote kuddes olifanten kunnen gadeslaan, terwijl ze zich met stof en water besproeiden. We hebben ook weer hippo’s gezien, en natuurlijk heel wat gnoes en antilopen.

De laatste dag wou Sham ons nog bewijzen dat er in Amboseli ook ‘cats’ leven: hij doorkruiste het park van links naar rechts, spoedde zich bij het horen van een melding door een ander busje (ze communiceren met mekaar via korte golf) nog snel naar een plek waar leeuwen waren gespot, en we kregen ze inderdaad nog te zien ook, zij het vanuit de verte: een leeuwin met twee welpjes, en even verder nog enkele rustende leeuwinnen. Maar toen was het onherroepelijk tijd om de terugweg aan te vatten: via Voi waar we lunchten, weer naar de zuidkust. Die weg voert tussen de parken Tsavo East en Tsavo West, en je krijgt op die highway ook zicht op heuvels, de vele baobabs die er groeien (omwille van de droogte echter vaak zonder ook maar één enkel blad), een paar Masai dorpjes nog... tot je stilaan weer de drukte van Mombasa ingeduwd wordt.

We werden door Sham afgezet aan ons pension, namen afscheid van hem, en brachten onze laatste avond in Kenia door met het herschikken van onze bagage. Uiteindelijk hadden we nog steeds 4 tassen/valiezen, maar wel veel minder zwaar dan in het heengaan. Gelukkig maar!
Toen we ’s anderendaags ’s morgens onze vluchtgegevens in een cybercafé checkten, merkten we dat onze vlucht wel anderhalf uur vroeger zou vertrekken dan voordien gemeld. Er bleef dus echt niet zoveel tijd meer over: een wandelingetje naar Fort Jezus en de oude binnenstad, en ook nog een bezoekje aan de befaamde maar overroepen ‘Tusks’, en toen zat onze reis er op!

Ik heb een enorm verrijkende tijd beleefd deze laatste drie maanden. Ik heb veel gezien, veel meegemaakt, veel mensen en situaties beter leren begrijpen. Ik ben... ik aarzel wat, het klinkt wat hoogdravend, maar toch: ik ben er een beter mens door geworden. Asante sana!!

Christine

zondag 8 augustus 2010

Op weg...

Kenia op weg...
De meerderheid (zo’n 68%) van de Keniaanse bevolking heeft ‘Yes’ gestemd bij het referendum vorige woensdag 4 augustus: ze zijn dus flink op weg naar een verandering ten goede! En nog een goed punt: het hele proces is zonder conflicten verlopen!! Toen we er nadien nog met enkele mensen over spraken, waren die ook erg opgetogen over het hele verloop. Het referendum was dan ook goed voorbereid door heel wat lokale groepen (dit wordt ‘civil education’ genoemd). Maanden tevoren waren de mensen geïnformeerd over de bedoeling en de inhoud van het referendum. Er werd hen ook ‘geleerd’ dat het geen zin heeft om conflicten met de vuist of met wapens te bevechten: niemand wint erbij, er vallen enkel slachtoffers door. Tesamen met een grote groep opgetrommelde ordehandhavers heeft dit voor een rustig verloop gezorgd. En wat méér is: er is ook zo’n 3/4 van de kiezers komen opdagen, wat betekent dat heel wat mensen zich betrokken voelden en dat het resultaat echt door een grote meerderheid gedragen wordt. Een mooie dag voor Kenia op weg naar de democratie dus!

En wij ook op weg...
Woensdagmorgen 4 augustus, verlieten we de drukke hoofdstad om zo’n 70 km verder onze tenten op te slaan in de Rift Vallei. We hadden van onze guesthousekeeper bij het Naivasha Lake een wegbeschrijving meegekregen, maar die heeft ons meer ergernis en onrust bezorgd dan nodig. Om te beginnen hadden we vaak het raden naar de juiste betekenis van de beschrijving. Daarbij was de zandroute die we vanop de hoofdweg moesten volgen nauw, met heel wat diepe putten en bulten, en liep over een oude airstrip (mochten we daar wel op rijden??) en toen stonden we plots op een paadje waar je met een gewone auto écht niet door kan. Wij dus een eind terug, en uiteindelijk wel aan ons einddoel geraakt, waar we te horen kregen dat er sinds enige tijd een betere én rechtstreekser weg bestaat. Jaha... waarom ons dan nog die oude beschrijving toegestuurd???

De woning zelf was niet zo goed uitgerust maar dat werd gecompenseerd door een hartelijk welkom, een rondleiding over de farm waar tomaten en allerlei andere groenten geteeld worden (we mochten plukken wat me maar wilden!), en heel lieve mensen die het ons naar de zin wilden maken. Collins, de kok die het ontbijt voor ons tweeën serveerde, spande daarbij de kroon.



Vanuit onze standplaats maakten we de voorbije dagen enkele mooie wandelingen. Hells Gate is een park waar je tussen het wild door kan rijden – zebra’s, antilopen, giraffen, wrattenzwijntjes... geen ‘gevaarlijk’ wild dus - en waar je ook een wandeling kan maken in een canyon (de moeite waard!)
en verder naar een plek met vulkanische activiteit, ‘The Devils Kitchen’ genaamd: er zijn zwavel- en heetwaterbronnen; je kan er oa je eieren koken in een pruttelend (natuurlijk) potje. Je moet er telkens wel een behoorlijk bedrag voor neertellen (de meeste Nationale Parken en Reservaten hanteren inkomprijzen van 20 à 25 $ pp, de gids niet meegerekend. Voor de grote en bekende parken is dit nog meer. Zo’n gids heb je meestal wel nodig, tenzij je bereid bent zelf alles uit te zoeken en misschien zelfs te verdwalen. Door een gids te nemen steun je trouwens ook de lokale gemeenschap die de gidsen levert.

’s Anderendaags hebben we een vulkaan beklommen, jaja! Een sedert 400 000 jaar uitgedoofde vulkaan weliswaar. We klommen vanuit de basispost zo’n 550 m naar de kraterwand van de Mt Longonot. De krater heeft een doormeter van 2 km en is volledig begroeid met bomen en struiken.Vanop de kraterwand heb je een zeer weids zicht op het Naivasha meer, de hele Rift Vallei en de hoge bergen die er de rand van uitmaken, indrukwekkend! De beklimming zelf was bij momenten erg steil en we hebben vaak een rustpauze ingelast, het moest tenslotte geen race worden! Gelukkig waren we er redelijk vroeg aan begonnen, rond de middag toen we de afdaling deden, was het al heel wat warmer geworden. Het fijne vulkanische stof op de kleine steile wegjes kroop door onze kleren, in onze ogen en neus... eenmaal beneden werd pas duidelijk hoé stoffig de tocht was geweest: tandenknarsend bedankten we de Anne, onze gids, voor haar aangename begeleiding.

Toen we gisteren afscheid namen van onze gastheren, waren we nog van plan een wegje te zoeken dat ons naar het meer zou leiden. We hadden dat nog niet van dichtbij gezien. De directe omgeving van het meer is nl ingepalmd door hotels en door farms, vnl rozenkwekerijen. De meeste van die bedrijven liggen vlak aan het meer, zodat er voor de ‘gewone’ toeristen niet veel toegangswegen meer zijn. Na alweer een keertje verkeerd gereden te zijn, kwamen we terecht op een zandweg die naar Crescent Island voert: een sikkelvormig schiereiland in het meer. Daar maakten we kennis met een dame die hier al van in de jaren ’70 woont en dus ook heel wat verhalen te vertellen heeft. Bezoekers van het Park dat zij beheert, mogen na het betalen van de gebruikelijke inkom, ofwel een gids nemen ofwel vrij rondwandelen. Joshua, onze gids, loodste ons mee naar de plekjes waar je de verschillende soorten wild het beste kan observeren. We zagen zebra’s, visarenden (mooi!) wildebeesten, buffels, verschillende soorten antilopen, één giraf, heel wat watervogels oa pelikanen, ooievaars en lepelaars, en tenslotte konden we ook een glimp opvangen van een nijlpaard dat af en toe briesend naar lucht kwam happen. Het mooie is dat je hier al wandelend de dieren kan benaderen. Ze zijn bezoekers gewend, schrikken niet meer van de minste beweging, en toch ben én voel je je dicht bij de natuur. En dat in de wondermooie omgeving van het meer, omringd door heuvels en bergen in de verte. Een mooie voormiddag.

En hoeft het gezegd: we waren zooo blij en opgelucht toen we ’s avonds onze huurauto zonder één schrammetje konden inleveren: voortaan làten we ons voeren!

Nu zitten we dus terug in ons guesthouse in Nairobi. Wat ik leuk vind aan deze formule is dat je ook interessante mensen leert kennen bv aan de ontbijttafel, of op het terras. Zo zitten er hier twee dames die, de ene in het Noorden van Kenia, de andere in het Zuiden van Soedan, bezig zijn met ontwikkelingsprojecten van de plaatselijke bevolking. Hun ervaringen zijn boeiend, en maken ons beeld van dit land, dit continent, heel wat levendiger en rijker. Een toevalligheid is daarbij dat één van deze dames mijn vriendin Veerle blijkt te kennen. (Ja Veerle, het gaat om Veroniek, en deze morgen sprak ik ook telefonisch met Gonda, de wereld is klein, niet?!)

Het wachten is nu op Roger die ons dinsdagmorgen komt ophalen voor de laatste fase van deze reis: onze safari. We kijken er echt naar uit!

maandag 2 augustus 2010

Nairobi bis







Gisteren liep de internet-verbinding zo moeizaam dat ik geen foto's kon uploaden. Misschien lukt het vandaag wel? Een fotootje van 'ons' op Wasini-eiland, en eentje van een optocht in Niarobi gisteren zondag.

Vandaag waren we uitgerust en vol goede moed om een uitstapje met de auto te maken. We zouden naar de 'Fourteen Falls' gaan, zo'n 70 km NO-waarts van Nairobi. Wat op de map vrij gemakkelijk leek, was in werkelijkheid een helse rit. De wegen in en rond Nairobi zijn, echt waar, niét te doen! Overal werken, je moet voortdurend over en door zand en stof en echte putten rijden. Je moet voetgangers, matatu's en vrachtwagens vermijden, je moet je weg zoeken zonder enige aanwijzing, énne... je mag je niet opwinden!! Je moet hier dus wel degelijk over een ijzeren gestel beschikken, en je auto evengoed!

De 14 watervallen waar we na een paar keer heen en weer rijden dan toch geraakten (we zijn wel twee keer 'te ver' gereden bij gebrek aan aanwijzingen), waren wel mooi, hoor.

Dat er 14 watervallen zouden zijn, klopt niet echt, maar het is in ieder geval indrukwekkend. Je zou nog met een bootje naar een eilandje kunnen varen, en daar zouden dan weer nijlpaarden te zien zijn, maar dat hebben we niet meer gedaan. Nijlpaarden, die zullen we later nog wel te zien krijgen, daar reken ik op! En in onze ogen werd het uitzicht op de mooie watervallen weeral verprutst door het rondslingerende afval. Mensen stoken er vuurtjes, gooien alles zomaar weg; aan de takken van de bomen hangen door het water meegesleurde vodden en plastic zakken... Zo'n slordig zicht! Als ze de inkomprijs - 13 € voor ons tweeën + een camera (!!)- nu eens zouden gebruiken om een opruimploeg aan 't werk te zetten, dan zou het er snel veel aantrekkelijker uitzien! Ik vrees echter dat deze gedachtengang té Europees is.

Onze trip was dus een beetje een ontgoocheling, en de terugweg verliep even moeizaam als de heenreis. Alweer je weg zoeken zonder veel aanwijzingen, allerhande hindernissen ontwijken, roekeloze chauffeurs vermijden... Toen we de rustige buurt van ons guesthouse eindelijk bereikten, zakte de spanning eindelijk. Zoals je op de foto ziet, is Miti Mingi werkelijk een fijne plek om te bekomen.

Alweer zonder schrammen en kleerscheuren aangekomen, clap for yourself!


Je kan je dus voorstellen dat wij niet van plan zijn om morgen de auto van stal te halen en ons weer in het helse verkeer te storten!

zondag 1 augustus 2010

Nairobi

Eerst nog even een kort verslag van een tripje dat we vrijdag vanuit Diani Beach maakten: naar Shimoni, een klein vissersdorpje bijna tegen de Tanzaniaanse grens. De eerste 30 km liep over een redelijke asfaltweg, maar nadien volgde gedurende 15 km een zandweg vol putten en stenen, een goeie testrit voor ons en onze huurauto! Vanuit Shimoni namen we een boot naar het eiland Wasini, waar we verse krab aten, de eerste in ons leven, echt waar! Nadien nog een gegrilde zeebaars met groenten en kokosrijst en verse passievruchten als dessert. En dat alles met zicht op een helderblauwe zee!

Het eiland Wasini heeft geen elektriciteit noch leidingwater. Het eilandwater is zout, zodat er water moet aangevoerd worden, een hele onderneming! Kapitein Zulu, onze gids, loodste ons na de lunch door de steegjes van zijn geboortedorp naar de 'Coral Gardens', een gebied dat bij hoog tij door de zee wordt overspoeld, en bezaaid ligt met versteend koraal. De mangrovebomen die er groeien hebben leerachtige blaadjes, en zijn bestand tegen zout water, wel bijzonder! De plaatselijke bevolking heeft doorheen de gardens een traject van houten loopbruggetjes gebouwd zodat je er ook bij hoog water nog door kan wandelen.


Nairobi dan.
Niet zo heel ver van de drukke highways met hun voortdurende geraas en vervuilende uitlaatgassen, en omgeven door bloemen, bomen, en natuurlijke geluidjes, ligt Miti Mingi (letterlijk 'veel bomen'), het aangename en rustige guesthouse waar we sinds gisteren verblijven.

De reis van Diani Beach tot hier was lang en bijzonder spannend. We reden 10 uur lang (voor 540 km), en hielden over de middag slechts een korte lunchpauze. Een auto die je niet goed kent (NB een automatic), links van de baan rijden, 1,5 uur moeten aanschuiven bij de ferry voor Mombasa, een baan die bij momenten zoveel potholes, bulten en openliggende stukken telt, dat je je stapvoets en met ingehouden spanning een weg moet banen, en ondanks alle voorzichtigheid soms toch nog aan de onderkant een doffe klap te horen krijgt, tussendoor roekeloze chauffeurs die nauwelijks weet hebben van voorrangsregels of hoffelijk rijgedrag... wij waren 's avonds doodmoe maar heel tevreden dat we het zonder brokken gehaald hadden!

Het eerste dat ons opviel was dat mensen hier warm gekleed gaan. Wij, komend uit het zuiden, vonden dit vreemd. In onze auto heerste nog een zuiderse temperatuur. Maar eenmaal buiten, kregen wij ook al snel nood aan een warme fleece. Nairobi ligt op zo'n 1700 m hoog, en zeker nu het hier 'winter' is, is het behoorlijk koud. Nog geen 20C! Tien weken lang sliep ik licht gekleed, nauwelijks een dun lakentje om me tegen de ochtend wat te beschermen, en nu heb ik weer een deken nodig!

Vandaag Nairobi te voet verkend. Geen aangename stad, als je het mij vraagt. Het is een jonge stad met weinig interessante bezienswaardigheden. Wel het reeds gekende contrast tussen arme en verloederde buurten en brede straten met wolkenkrabbers en sjieke hotels. En zo'n slechte luchtkwaliteit!.. dat voél je echt in je luchtwegen. We stapten 4 uur lang, en zagen daarbij slechts een 20-tal blanken, wat we wel vreemd vonden. Ik had me een internationaler publiek voorgesteld. Dat heeft misschien te maken met het feit dat het zondag is, maar ook zeker met de manifestaties rond het komende referendum. Volgens Calystus, onze 'huisbewaarder' zou het allemaal heel vredig verlopen, en dat wàs ook zo. Er was een grote politieke bijeenkomst met veel politie en ordehandhavers in het Uhurupark, en natuurlijk honderden manifestanten door de straten, gekleed in een groen 'YES' T-shirt. Er zijn hier in de stad weinig 'NO'- stemmers, zo blijkt. Opmerkelijk: de optochten door de straten verliepen inderdaad zoals wij dat uit TV-beelden zo goed kennen: Afrikanen stappen niet, zij lopen te demonstreren!

Morgen gaan we weer met de auto toeren, op zoek naar mooie plekjes buiten de stad.

woensdag 28 juli 2010

Hakuna matata (??)

Zondag ging ik Jef ophalen op het vliegveld van Mombasa. Francis, de vader van één van onze leerlingen, én taxichauffeur, reed. Het deed zo'n deugd om mekaar weer lijfelijk te kunnen zien en vast te pakken! Sindsdien is hij stilaan de omgeving en de mensen aan 't verkennen. Maandagmorgen bv gingen we op school langs, de laatste keer voor mij. Het afscheid was hartverwarmend. Ik kreeg overal stevige hugs en warme commentaren, en moest beloven nog eens terug te komen. Ik wil wel, maar jammer genoeg kan ik niets beloven, we zullen wel zien... Omdat het hier diepgelovige mensen zijn, begrijpen zij de zin 'als het God belieft' erg goed.

Ik deed een kleine toespraak tijdens de assembly, dankte alle leerlingen en alle collega's, en ging nadien rond in de klassen. Daar werd nogmaals luidkeels gezongen, 'k werd er soms wat emotioneel van... zoveel hartelijkheid, een mooier afscheidscadeau kan een mens zich niet wensen!
Gisteren bracht ik de dames teachers elk een pakje met kledij en accessoires die Jef op mijn vraag uit Bertem had meegebracht. Ze waren zo opgetogen, dat ik er alweer wat onwennig van werd. Voor de heren had ik jammer genoeg niets, behalve voor headmaster James. Hij nam fier een aktentas in ontvangst, waar hij zijn papieren voor komende meetings in kan opbergen.

Stilaan loopt alles dus ten einde. Er rest mij nog een paar dingen te doen, zo wil ik zeker nog afscheid nemen van Susan en van Kebene. En dan... nieuwe strofen zoeken voor het mooie lied!...

Intussen zijn we ook al de toeristische toer op gegaan. Vandaag voor de eerste keer op safari: een dagtrip naar de Shimba Hills, zo'n uurtje rijden van hier. Je rijdt dan in zo'n busje waarvan het dak openklapt, zodat je staande een goed uitzicht hebt. Het landschap is heel mooi: heuvelachtig, met van op de hoogste heuvels zicht op de oceaan, bushes, bomen, kokospalmen, zelfs dennebomen... heel veel variatie. Het wild is hier misschien niet zo heel sterk aanwezig, maar de mooie uitzichten op zich maken het de moeite waard. We zagen de sabelantiloop, die je in andere parken in Kenia niét tegenkomt, dus dat was ook een meevaller. Maar voor de rest hadden we eerder 'bad luck': hoewel er in het park 360 olifanten zijn, hebben we er geen enkele gezien! Onze chauffeur deed zijn uiterste best, doorkruiste het hele park heen en weer, maar... géén tembo te zien! We zagen wel giraffen, buffels, en een paar soorten antilopen, waaronder dus die fameuze sabelantiloop. Ook heel wat apen, maar ja... die zie je hier in de buurt eigenlijk ook wel, dus zo heel speciaal is dat niet. Wél speciaal is dat je hier een wandeling kan maken naar een waterval. De wandeling loopt via een vrij steil pad naar beneden, en na het bezoek aan de waterval weer steil naar boven, en je kan dit enkel doen onder begeleiding van een gewapende ranger die desgevallend leeuwen en ander hongerig wild op afstand kan houden. Een aparte belevenis!

Vanaf morgen hebben we een huurauto tot onze beschikking, en dan kunnen we zelf ook toertjes organiseren. Zaterdag dan noordwaarts naar Nairobi en omstreken. Toen we een paar dagen geleden over onze plannen spraken met Amina, een sympathieke vrouw die een mooie winkel uitbaat, kregen we toch wel wat schrik. Zij komt nl uit Nairobi, en vertrouwt het de komende weken niet echt. Op 4 augustus is er nl een referendum ivm de nieuwe grondwet, en veel mensen vrezen onlusten, net zoals een paar jaar geleden met de verkiezingen. Toen vielen, vooral in de Rift Vallei, verschillende doden bij gevechten en schermutselingen. De Rift Vallei, dat is nu net een van die gebieden waar wij ook naartoe gaan! Amina drukte ons op het hart extra voorzichtig te zijn, eventueel zelfs onze plannen te wijzigen indien nodig. Goh... dat was toch wel onrustwekkend!

We hebben dan even met Michael gesproken, hij kent Nairobi en omstreken ook erg goed. Hij kon de ongerustheid van Amina wel begrijpen, maar meent dat het niet zo'n vaart zal lopen. De mensen willen echt geen herhaling van de gebeurtenissen van toen, het zou trouwens opnieuw een zeer negatieve invloed uitoefenen op het wereldwijd prestige van Kenia, om nog maar te zwijgen over mogelijke economische gevolgen...
Michael raadde ons aan om ons ter plekke regelmatig en grondig te informeren. Sommige wegen zullen misschien tijdelijk geblokkeerd zijn. En er zullen zeker ook heel veel ordestrijdkrachten rondtoeren. Toeristen zijn niet het doelwit, zo verzekerde Michael ons, maar je moet natuurlijk voorzichtig blijven! Een wijze raad die we zeker zullen opvolgen.

Hakuna matata, 'geen probleem' dan??
We houden jullie op de hoogte!

vrijdag 23 juli 2010

Het einde nadert...

Gek hoe snel het gaat: vandaag was mijn laatste schooldag in Rainbow4Kids! Ik heb er nog niet echt bij stil gestaan, ook nog niet echt afscheid genomen. Volgende week kom ik nl nog eens langs met Jef, als visitor dan.

Gisteren nam de school met een mooie afsluiter al afscheid van Mama Rainbow. Zij heeft tijdens dit verblijf heel wat energie gestoken in haar project, maar zij heeft in ruil ook heel wat positieve 'vibes' gevoeld. Er lééft wat in Maweni, er groeit en bloeit wat in de Rainbow4Kids-school, er zit heel wat energie in het hernieuwde schoolteam, én de aanwezige vrijwilligers betekenen echt een meerwaarde. Katrien ging dus wel met tranen in de ogen maar ook met een warm hart terug naar huis.

Vandaag was het ook voor Lianne de aller-allerlaatste dag, en voor haar was het afscheid van de school en van alle mensen die zij zo lang heeft gekend, heel emotioneel. "Mooie liedjes duren niet lang", zeiden we onlangs nog. Da's waar, maar mooie liedjes, daar kan je ook nog nieuwe strofen bij verzinnen, da's ook waar! En wat Lianne betreft, ben ik er zeker van dat zij terugkeert. Zij draagt Kenia in haar hart en ziel, het bestaat niet dat zij het bij die ene keer houdt!

Gisteren namen we dus afscheid van Katrien, vandaag van Lianne, en telkens is het enerzijds triest, maar ook zo deugddoend om te merken dat iedereen zo vriendelijk, zo hartelijk, zo lief is. Er werden heel wat fotootjes gemaakt: hier eentje van de teachers met volunteers, en eentje met de 4 pijlers van het Rainbow4Kids project: Katrien, Madama Fatouma Sr (adjunct), Michael (manager) en James (headmaster)

Wat mij betreft: mijn thuis is wél in België, waar mijn huis staat, waar mijn gezin, familie en vrienden wonen, waar ik mijn werk en bezigheden heb. Ik ga dus graag terug binnen een week of 3. En toch met pijn in het hart, want het was mooi! Ik zal de mensen missen! En als ik nu op de voorbije 10 weken terugkijk, dan kan ik niet anders dan dankbaar zijn. Dankbaar omdat ik het avontuur überhaupt kon starten, dankbaar omdat veel lieve mensen thuis me steunden, dankbaar omdat zoveel mensen me hier zo goed hebben opgevangen, me welkom geheten, me laten voelen dat ze het apprecieerden. Asante sana, allemaal!!

Vandaag, de laatste dag, betekende enerzijds een ontgoocheling en anderzijds was er ook weer vreugde. Het leven zoals het is, kortom.
Ontgoocheling omdat ik niet heb kunnen afmaken wat ik had willen doen. Vorige week schreef ik over Rose, en dat we naar de psychiater in Mombasa zouden gaan. Nu ja, vorige vrijdag gingen we inderdaad, maar we keerden onverrichterzake terug. De psychiater was er niet. We hadden een gesprek met een psychiatrisch verpleegster, en die zei ons terug te komen. Irene belde voor een afspraak, en die kregen we. Maandag moesten we terug komen. Zo vroeg mogelijk.

Maandag dan vertrokken Irene, Rose en ik om 7.15u richting Mombasa. Twee matatu's tot aan de ferry, een overtocht, en nog een matatu tot het ziekenhuis.
Er zaten al wat mensen in de wachtzaal, en er kwamen er nog bij, en die werden één voor één geholpen door andere dienstverleners, maar ONZE psychiater, die dook niet op. We hebben daar, echt waar, zitten wachten van 9u tot 15u. Tijdens de lunchpauze gingen Irene en ik apart in de cafetaria iets te eten halen, om toch maar niet de psychiater te missen. Maar hij kwam dus niet. Toen stelde de verpleegster voor dat we naar een ander ziekenhuis zouden gaan, waar hij meestal in de namiddag zit. Wij daarheen, maar ook daar was hij niet. Zijn secretaresse kon hem niet bereiken en snapte er zelf niets van, "het was niets voor hem om geen boodschap door te geven", zei ze.
Om 16u zijn we opgestapt, we geloofden er niet meer in.
Eenmaal thuis overtuigde ik Irene om opnieuw met de dokter te bellen, hem te wijzen op de afspraak die we hadden, en om snel een nieuwe afspraak te maken. Dat is echter niet meer gelukt. Wel wat telefoontjes ja, maar geen afspraak. De psychiater moest naar Nairobi en zou pas volgende maandag weer in Mombasa zijn.
Ik vind het echt jammer dat er nu geen oplossing is voor Rose, maar anderzijds... maandag ga ik echt niet meer mee. Irene wil het wel blijven opvolgen, maar niet alleen. Dat snap ik best. Ik zal dus aan Michael vragen om zich mee om het meisje te bekommeren. Ik hoop echt dat ik binnen korte tijd positief nieuws ontvang ivm Rose!

De vreugde vandaag zat vooral in de laatste uurtjes: met zijn allen (althans met de upper classes) naar de beach. En net als vorige keer was het een fantastische belevenis. Ik ging met de meisjes in zee, was er deze keer beter op gekleed, en kon dan ook wat dieper de golven in. Ze genoten er echt van, en ik met hen. Oh, dat enthousiasme, dat samen de oceaan trotseren, dat spelplezier achteraf... het maakt hen én mij een beetje gelukkiger.

Zondag komt Jef toe. Benieuwd hoe zijn eerste indrukken zullen zijn. Ik herinner me heel goed hoe mijn eerste tocht van Mombasa naar hier verliep: ik kwam ogen tekort om alles te zien, en het waren zeker niet allemaal mooie en aantrekkelijke dingen. Nu ben ik dit alles gewoon, maar zoals Katrien me nog aanraadde: "vergeet niet dat het voor jou wel allemaal bekend is, maar dat het voor hem heel anders is."

Ik zal hem polé polé laten wennen, Katrien!

woensdag 21 juli 2010

Bonen met chapati


Vandaag, woensdag, zijn we weer gaan eten in Kebene children home. Voor Lianne en mij de laatste keer. Voor Lianne is dit veel meer nog dan voor mij, een emotioneel moment: zij leefde 6 maanden mee met lief en leed van deze kinderen. Kebene is eigenlijk gewoon een letterwoord voor Kenia, België, Nederland. De oprichters ervan, Pasci en Arianne zijn nl resp Belg en Nederlander. Zo'n 3 jaar geleden startten zij op een andere plek een kindertehuis. Intussen zijn ze verhuisd naar hier, en er verblijven nu 29 kinderen. De oudste is ongeveer 18 en zit op een boardingschool, de jongste - Kazungu - is 5 jaar en kwam in mei samen met zijn zusje toe, nadat hun vader verongelukt was. De kinderen gingen al in Rainbow naar school. De kinderen die hier verblijven, hebben allemaal een 'geschiedenis'. Sommigen zijn wees, anderen hebben nog wel een vader of moeder, maar die kan onvoldoende voor hen zorgen. Pasci en Arianne vliegen regelmatig naar hier om 'hun' kinderen op te volgen, maar daartussenin moeten zij ook weer naar huis, voor een inkomen zorgen. De dagelijkse zorg wordt gedragen door enkele 'aunties en uncles', opvoeders eigenlijk. Er komen ook regelmatig vrijwilligers over de vloer. Zij blijven een paar weken of maanden, en helpen de opvoeders bij hun taak.

Ik voeg een aantal foto's toe van Kebene en zijn bewoners, maar ze hebben ook een hele goeie site. Ga zeker eens kijken!



Wat mij betreft: ik vind het een schitterend initiatief. Ik heb heel veel sympathie voor Pasci, Arianne en alle uncles en aunties. Ze doen schitterend werk. En wat meer is: zij houden vol. Want dat lijkt me het moeilijkste, net zoals bij het Rainbow project: je kan vol enthousiasme met zo'n project starten, maar er komen sowieso moeilijkere tijden. Tijden waar je misschien gaat twijfelen of het allemaal wel haalbaar is, of je de nodige energie, tijd en geld zal kunnen blijven vinden. Dàn doorzetten... chapeau!

Kebene is een heel open huis: alle bezoekers zijn welkom, ook om mee te eten uit de grote pot. En 's woensdags is dat chapati's of mandazi's met bruine bonen. Iedereen zit aan grote houten tafels, en tijdens het eten is er geen woord te horen. Wanneer de kinderen gedaan hebben, bedanken ze de aunties en uncles voor het eten en verdwijnen met bord en bestek naar de afwasbak. Nadien volgt er iedere avond nog een gebeds- en meditatiemoment: Ombah-time. Er wordt gebeden, uit de Bijbel voorgelezen, gezongen, gedanst, en vaak ook moeten de kinderen tonen wat ze al kennen en kunnen: de maaltafels bv opzeggen. Het is ook hét moment om de groep toe te spreken: een opvoedend woordje, een preek voor hen die zich niet gedroegen, een pluim voor anderen die zich extra ingezet hebben... Alle kinderen zitten op hun eigen plekje, in een grote halve kring, en de sfeer is zoals vroeger in grote gezinnen: je voelt dat dit hen samenhoudt, het is een belangrijk moment om de eenheid binnen de toch zeer gedifferentieerde groep te benadrukken. Altijd weer mooi om mee te maken!

Kebene beschikt over een busje, maar dat oude ding laat het geregeld afweten. Als het rijdt, dan kunnen er uitstapjes gemaakt worden. Allen samen naar het strand bv, of naar de mis op zondag. Daar ben ik ook al enkele keren mee naartoe gereden. Een ervaring apart, zij het dat deze mis veel rustiger verloopt dan die mis in de Jesus Miracle Center (zie mijn bijdrage 'Hallelujah') In ieder geval: er is altijd wat te beleven bij Kebene, en vermits zij van ons enkel gescheiden zijn door een metalen poort, zijn wij er regelmatig te gast, en dat is fijn!