Rainbow4kids

woensdag 18 augustus 2010

Epiloog

Het zit er op: gisteren zijn we terug op Zaventem geland. Het deed eerst wat vreemd aan, na 3 maanden weer in België te zijn, maar intussen is dat al weer helemaal ‘gewoon’. Ik vind het heerlijk om weer in mijn eigen huis te zijn, mijn eigen gangetje te gaan.

De beelden uit Kenia blijven wel door mijn hoofd spoken: beelden van de laatste week – de échte ‘safari’ waarover straks meer - en beelden van voordien, van het schooltje, de kinderen, de mensen die ik ontmoette... Ze hebben een hele tijd deel uitgemaakt van mijn dagelijks leven, ze zijn me intussen erg dierbaar geworden. Ik vraag me af of ik hen nog zal weerzien. Natuurlijk zou het leuk zijn om de tweeling Joyce & Angelina en hun kleine broertje Robert nog eens te ontmoeten, te zien of het hen verder goed is gegaan. Natuurlijk zou het leuk zijn om te ontdekken of Rose/Riziki een veilig plaatsje heeft gevonden in een instelling. Natuurlijk zou het leuk zijn om te weten of Pamphilla haar diploma haalt en door kan gaan naar de Middelbare School. Natuurlijk zou het leuk zijn om te weten of kleine David met zijn ernstig snoetje voortaan beter kan volgen in de klas. Natuurlijk zou het fijn zijn om te zien hoe de Rainbow4Kids Primary School groeit en bloeit. Natuurlijk zou het deugd doen te merken dat de kinderen van Kebene goed terecht zijn gekomen...
Of ik dat allemaal zélf zal kunnen vaststellen, is nog helemaal niet zo zeker. Er moeten nl heel wat omstandigheden ‘goed’ zitten vooraleer zo’n onderneming weer mogelijk wordt. En dus past hier ook een welgemeend ‘dankjewel’ aan alle mensen die mij steunden bij mijn plan. Jef, onze kinderen, mijn mama en familie... ze stonden er voor 100% achter, en stimuleerden me om door te zetten. Dankzij de toestemming van mijn directeur was het mogelijk om mijn werk op school gedurende enkele weken te onderbreken – op voorwaarde evenwel dat ik terug zou komen – en dat doé ik dan ook! Dank aan Mama Rainbow en de hele ploeg, die me de gelegenheid gaven om deze unieke ervaring op te doen. Dank ook aan de mensen die me in Ukunda zo vriendelijk verwelkomd hebben: Michael, James en alle collega’s, Lianne, Susan, Isaac, de mensen van Kebene... Ik dank ook alle thuisblijvers die me via mail of blogbericht feedback gaven. Het deed deugd te weten dat mensen thuis mijn verhalen en beschrijvingen lazen en apprecieerden.

Wat de laatste week in Kenia betreft: internet was niet (gemakkelijk) beschikbaar, er zijn dus ook geen blogberichten verschenen. De safari was een hele belevenis, ik denk trouwens dat alle gebeurtenissen nog niet volledig verwerkt zijn. Dat komt nog wel, wanneer we de verhalen zullen vertellen, wanneer we de foto’s zullen (her)bekijken, het allemaal zullen herbeleven...

Vorige dinsdagochtend dus werden we om 7u door Sham in zijn busje opgehaald, en zetten we koers richting Masai Mara. Het eerste deel van de rit was ons al bekend: dat hadden we zelf ook gereden, richting Rift Valley. Nu we niet zelf moesten rijden, was er meer kans om rond te kijken. Even buiten Nairobi rijd je bv door een streek die erg aan het Zwarte Woud (of gelijkaardig...) doet denken: heuvelige omgeving, veel groen, dennenbomen, vrij koud, mensen met jassen en truien, tot zelfs... schapenvelletjes en bontmutsen te koop langs de weg! Een beetje raar toch voor Kenia, geef toe!



De weg werd van langsom hobbeliger, over stenen en door putten... bij momenten zaten we op het puntje van onze zetel omdat we de stenen tegen de onderkant van de auto hoorden botsen. En ja... op een bepaald moment wàs het dan zover: er was iets geraakt, er hing duidelijk iets los, en dat kletste bij elke oneffenheid tegen de onderkant van het busje. Sham zetten zich opzij, inspecteerde de onderkant en merkte dat de beschermplaat was losgeraakt. Hij ging op zijn vloermatje onder het busje liggen, bond het losgeraakte ding nogal rudimentair vast en besloot dat hij héél voorzichtig verder zou rijden: we waren niet zo ver meer van onze bestemming. Dat was echter geen goed idee: het ding raakte weer los, en we zetten ons weer opzij.



In de verte kwamen enkele jonge Masai aangelopen, ze boden meteen hun hulp aan. Terwijl de ene mee onder het busje ging liggen, knoopten de anderen een gesprek aan. Een van hen was geïnterresseerd in Jefs horloge en wou het ding ruilen tegen een hanger met leeuwentand. Jef zag dit niet zitten; handel in leeuwentanden is overigens illegaal.
Enfin... een tijdje later konden we weer voorzichtig verder, en gelukkig was daar een paar honderd meter verder een soort autogarage langs de weg. De man beschikte over een laspost (op generatorstroom) en heeft de plaat stevig vastgelast. We hebben er de hele week verder geen last meer van gehad!
Toen we in het wildpark toekwamen, kregen we meteen een primeur: vlak voor ons ‘botsten’ we bijna op een groepje olifanten: enkele vrouwtjes met hun kleintjes, echt een fantastische eerste kennismaking met de fauna in de Masai Mara!



Iets na tweeën kwamen we dan toe in het Kichakani tentenkamp. Het is een vrij nieuw kamp, nog helemaal niet bekend, en – als je het ons vraagt – ook nog niet goed gerund. Veel goeie wil, dat wel, en dat maakt veel goed. Maar de voorzieningen, oa de keuken, waren niet optimaal. Ondanks het feit dat Roger, onze safari-organisator, ons had verzekerd dat vegetariërs overal goed aan hun trekken zouden komen, was dit hier bv niet het geval. Gelukkig waren er wel genoeg groenten en fuit voorhanden. Volgend minpunt: het ontbijt ’s anderendaags stond niet klaar op het gevraagde uur, zodat we moesten vertrekken met enkel een kop Nescafé/thee en een bordje cornflakes. Het lunchpakket voor onderweg was daarenboven mager: een kippenbilletje (!), een gekookt ei, een klein pakje chips, een flesje kunstmatig gekleurde limonade, een appelsien en kleine banaan. Maar de game drive daarentegen was wél bijzonder leuk, en dat is toch wel het voornaamste! Masai Mara is een heel groot wildpark – dat trouwens nog verder doorloopt tot de Serengetti in Tanzanië - met enorm weidse uitzichten.



Er zit veel wild, en dat laat zich vrij gemakkelijk spotten, ook al omdat er heel wat kleinere wegen zijn die kriskras (een deel van) het gebied doorkruisen. Dit zijn uiteraard geen geasfalteerde wegen, en soms moest ons busje – én onze chauffeur – nogal vreemde toeren uithalen, zoals dwars door een uitgedroogde bedding omlaag en terug omhoog – en dat maakte het natuurlijk ook spannend en avontuurlijk! We zagen die namiddag en ook de volgende dag nog heel wat olifanten, giraffen, buffels, gnoes, antilopen, wrattenzwijntjes, hyena’s, leeuwen met welpjes, ook 3 cheeta’s... Fantastisch! Die cheeta’s, dat was op aanwijzen van JJ, een jonge Masai die in het tentenkamp werkte. Hij had nog nooit een game drive meegemaakt, en vroeg ons of hij mee mocht. Voor ons geen probleem, wel integendeel! Hij had inderdaad erg goeie ogen en dat kwam ons goed van pas. Een bijzonder hoogtepunt was het gadeslaan van een grote kudde gnoes of wildebeesten die in dit seizoen, wanneer de Serengetti te droog geworden is, de Mara-rivier oversteken op zoek naar groener gras in de Masai Mara. Het oversteken van de rivier is echter niet zonder gevaar: de kleinere/zwakkere gnoes zijn een gemakkelijk slachtoffer voor de op de loer liggende krokodillen. Deze oversteek van de gnoes is een bijzonder schouwspel dat door heel wat kijklustigen met grote en dure camera’s wordt gevolgd. Zo ook toen wij er stonden. Enkele gnoes stonden aan de overkant te trappelen en te twijfelen, werden onder druk gezet door de steeds grotere wordende kudde achter hen, maar durfden de stap niet te zetten: een paar meter verder in het water zat immers een dikke kroko te likkebaarden! Uiteindelijk zijn de wildebeesten op hun stappen teruggekeerd, op zoek naar een veiliger oversteekplaats. Daar werd weer lang getreuzeld, het bleek nog niet veilig genoeg, en uiteindelijk zijn wij verder gereden. Het zou nl nog een hele tijd kunnen duren, misschien zelfs tot de volgende dag!
We hebben onze rit dus verdergezet, en nog heel wat dieren kunnen observeren, oa een paar kolossale luie hippo’s in en op de oevers van de Talek rivier. Langs het water merkten we overigens bijzondere bomen op: Fig trees, noemde Sham ze. Majestueuze stammen en breed uitwaaierende kronen!

De derde dag reden we verder, een uur of 6 onderweg wel, naar Nakuru. Daar logeerden we in een ‘gewoon’ hotel: er zijn nl geen accomodaties in het park zelf. Dat is ook niet zo erg groot, en is vooral bekend om zijn meer waar grote groepen foeragerende flamingo’s de oevers van het zoute meer roze kleuren. Zo stond het in de boekjes, en zo IS het ook: een bijzonder schouwspel in de late namiddagzon! Het park zelf is ook zeer de moeite: er zijn bossen met mooie bomen, oa gele acacia’s, en daartussen kan je ook nog heel wat wild spotten. Wij zagen er twee van de ‘big five’ die we voordien nog niet zagen: de neushoorn en een luipaard. De zwarte neushoorn die we vanuit de verte zagen, is erg schuw en daarom slechts zelden te zien. De witte (eerder grijsachtig) is dan weer minder schuw, en daarvan hebben we enkele koppels én een kleintje gezien. Het door ons gespotte luipaard lag lui op een tak te verteren, en hoewel dit nogal veraf was, hebben we het met de verrekijker toch goed kunnen gadeslaan.

Ons laatste park, Amboseli, ligt aan de voet van de Kilimanjaro, en daar had ik erg naar uitgekeken. Een beetje een ontgoocheling dus toen we bij aankomst helemaal geen berg zagen: de wolken onttrokken hem volledig aan het zicht. Toen we in de late namiddag onze eerste game drive maakten, losten die wolken stilaan op, zodat het bovenste deel van de berg zichtbaar werd.

De sneeuw die op bestaande foto’s en afbeeldingen de top volledig bedekt, is tegenwoordig sterk verminderd en dat zal de komende jaren nog doorgaan, zoveel is duidelijk. De algemene klimaatopwarming heeft ook hier zijn sporen nagelaten. Door de verminderde sneeuwval is het smeltwater dat het park Amboseli en de hele streek voedt, ook sterk gereduceerd. Waar op onze kaart nog een ‘Lake Amboseli’ staat, zijn in werkelijkheid nog maar enkele swamps te vinden waar olifanten en ander wild komen drinken. De laatste jaren heerst er een grote droogte in de hele streek: heel wat dieren in het park zijn gestorven, en ook de kudde’s van de Masai zijn sterk gekrompen. Wij bezochten een Masai-dorp in de buurt waarvan de kudde van 120 naar slechts 20 stuks was geslonken, en dit amper in een tweetal jaren tijd. Die kennismaking met de Masai en hun cultuur was wel interessant, al overheerste bij ons het gevoel dat dit alles in functie staat van het commerciële aspect: de Masai willen in de eerste plaats geld in hun laatje brengen.



Dat is natuurlijk ook wel te begrijpen: ze zijn arm en de omstandigheden zijn bijzonder moeilijk! Er is in het park en in de hele streek trouwens ook verwoestijning aan de gang, en die wordt nog in de hand gewerkt door ontbossing door de plaatselijke bevoking. Voor ‘t koken en wat warmte (de nachten zijn er erg koud!) zijn de mensen aangewezen op (sprokkel)hout. Ook water is een groot probleem: er zijn wel een paar waterputten geboord, maar toch zijn heel wat mensen dagelijks uren onderweg om water te halen.
De volgende ochtend zijn we vroeg opgestaan in de hoop de Kilimanjaro helder te kunnen zien, en dat is ook wel gelukt


– heel mooi in het ochtendlicht - maar in de loop van de volgende uren hebben de wolken zich weer geïnstalleerd, en de berg heeft zich voor de rest van ons verblijf niet meer vertoond. In Amboseli hebben we vaak grote kuddes olifanten kunnen gadeslaan, terwijl ze zich met stof en water besproeiden. We hebben ook weer hippo’s gezien, en natuurlijk heel wat gnoes en antilopen.

De laatste dag wou Sham ons nog bewijzen dat er in Amboseli ook ‘cats’ leven: hij doorkruiste het park van links naar rechts, spoedde zich bij het horen van een melding door een ander busje (ze communiceren met mekaar via korte golf) nog snel naar een plek waar leeuwen waren gespot, en we kregen ze inderdaad nog te zien ook, zij het vanuit de verte: een leeuwin met twee welpjes, en even verder nog enkele rustende leeuwinnen. Maar toen was het onherroepelijk tijd om de terugweg aan te vatten: via Voi waar we lunchten, weer naar de zuidkust. Die weg voert tussen de parken Tsavo East en Tsavo West, en je krijgt op die highway ook zicht op heuvels, de vele baobabs die er groeien (omwille van de droogte echter vaak zonder ook maar één enkel blad), een paar Masai dorpjes nog... tot je stilaan weer de drukte van Mombasa ingeduwd wordt.

We werden door Sham afgezet aan ons pension, namen afscheid van hem, en brachten onze laatste avond in Kenia door met het herschikken van onze bagage. Uiteindelijk hadden we nog steeds 4 tassen/valiezen, maar wel veel minder zwaar dan in het heengaan. Gelukkig maar!
Toen we ’s anderendaags ’s morgens onze vluchtgegevens in een cybercafé checkten, merkten we dat onze vlucht wel anderhalf uur vroeger zou vertrekken dan voordien gemeld. Er bleef dus echt niet zoveel tijd meer over: een wandelingetje naar Fort Jezus en de oude binnenstad, en ook nog een bezoekje aan de befaamde maar overroepen ‘Tusks’, en toen zat onze reis er op!

Ik heb een enorm verrijkende tijd beleefd deze laatste drie maanden. Ik heb veel gezien, veel meegemaakt, veel mensen en situaties beter leren begrijpen. Ik ben... ik aarzel wat, het klinkt wat hoogdravend, maar toch: ik ben er een beter mens door geworden. Asante sana!!

Christine

zondag 8 augustus 2010

Op weg...

Kenia op weg...
De meerderheid (zo’n 68%) van de Keniaanse bevolking heeft ‘Yes’ gestemd bij het referendum vorige woensdag 4 augustus: ze zijn dus flink op weg naar een verandering ten goede! En nog een goed punt: het hele proces is zonder conflicten verlopen!! Toen we er nadien nog met enkele mensen over spraken, waren die ook erg opgetogen over het hele verloop. Het referendum was dan ook goed voorbereid door heel wat lokale groepen (dit wordt ‘civil education’ genoemd). Maanden tevoren waren de mensen geïnformeerd over de bedoeling en de inhoud van het referendum. Er werd hen ook ‘geleerd’ dat het geen zin heeft om conflicten met de vuist of met wapens te bevechten: niemand wint erbij, er vallen enkel slachtoffers door. Tesamen met een grote groep opgetrommelde ordehandhavers heeft dit voor een rustig verloop gezorgd. En wat méér is: er is ook zo’n 3/4 van de kiezers komen opdagen, wat betekent dat heel wat mensen zich betrokken voelden en dat het resultaat echt door een grote meerderheid gedragen wordt. Een mooie dag voor Kenia op weg naar de democratie dus!

En wij ook op weg...
Woensdagmorgen 4 augustus, verlieten we de drukke hoofdstad om zo’n 70 km verder onze tenten op te slaan in de Rift Vallei. We hadden van onze guesthousekeeper bij het Naivasha Lake een wegbeschrijving meegekregen, maar die heeft ons meer ergernis en onrust bezorgd dan nodig. Om te beginnen hadden we vaak het raden naar de juiste betekenis van de beschrijving. Daarbij was de zandroute die we vanop de hoofdweg moesten volgen nauw, met heel wat diepe putten en bulten, en liep over een oude airstrip (mochten we daar wel op rijden??) en toen stonden we plots op een paadje waar je met een gewone auto écht niet door kan. Wij dus een eind terug, en uiteindelijk wel aan ons einddoel geraakt, waar we te horen kregen dat er sinds enige tijd een betere én rechtstreekser weg bestaat. Jaha... waarom ons dan nog die oude beschrijving toegestuurd???

De woning zelf was niet zo goed uitgerust maar dat werd gecompenseerd door een hartelijk welkom, een rondleiding over de farm waar tomaten en allerlei andere groenten geteeld worden (we mochten plukken wat me maar wilden!), en heel lieve mensen die het ons naar de zin wilden maken. Collins, de kok die het ontbijt voor ons tweeën serveerde, spande daarbij de kroon.



Vanuit onze standplaats maakten we de voorbije dagen enkele mooie wandelingen. Hells Gate is een park waar je tussen het wild door kan rijden – zebra’s, antilopen, giraffen, wrattenzwijntjes... geen ‘gevaarlijk’ wild dus - en waar je ook een wandeling kan maken in een canyon (de moeite waard!)
en verder naar een plek met vulkanische activiteit, ‘The Devils Kitchen’ genaamd: er zijn zwavel- en heetwaterbronnen; je kan er oa je eieren koken in een pruttelend (natuurlijk) potje. Je moet er telkens wel een behoorlijk bedrag voor neertellen (de meeste Nationale Parken en Reservaten hanteren inkomprijzen van 20 à 25 $ pp, de gids niet meegerekend. Voor de grote en bekende parken is dit nog meer. Zo’n gids heb je meestal wel nodig, tenzij je bereid bent zelf alles uit te zoeken en misschien zelfs te verdwalen. Door een gids te nemen steun je trouwens ook de lokale gemeenschap die de gidsen levert.

’s Anderendaags hebben we een vulkaan beklommen, jaja! Een sedert 400 000 jaar uitgedoofde vulkaan weliswaar. We klommen vanuit de basispost zo’n 550 m naar de kraterwand van de Mt Longonot. De krater heeft een doormeter van 2 km en is volledig begroeid met bomen en struiken.Vanop de kraterwand heb je een zeer weids zicht op het Naivasha meer, de hele Rift Vallei en de hoge bergen die er de rand van uitmaken, indrukwekkend! De beklimming zelf was bij momenten erg steil en we hebben vaak een rustpauze ingelast, het moest tenslotte geen race worden! Gelukkig waren we er redelijk vroeg aan begonnen, rond de middag toen we de afdaling deden, was het al heel wat warmer geworden. Het fijne vulkanische stof op de kleine steile wegjes kroop door onze kleren, in onze ogen en neus... eenmaal beneden werd pas duidelijk hoé stoffig de tocht was geweest: tandenknarsend bedankten we de Anne, onze gids, voor haar aangename begeleiding.

Toen we gisteren afscheid namen van onze gastheren, waren we nog van plan een wegje te zoeken dat ons naar het meer zou leiden. We hadden dat nog niet van dichtbij gezien. De directe omgeving van het meer is nl ingepalmd door hotels en door farms, vnl rozenkwekerijen. De meeste van die bedrijven liggen vlak aan het meer, zodat er voor de ‘gewone’ toeristen niet veel toegangswegen meer zijn. Na alweer een keertje verkeerd gereden te zijn, kwamen we terecht op een zandweg die naar Crescent Island voert: een sikkelvormig schiereiland in het meer. Daar maakten we kennis met een dame die hier al van in de jaren ’70 woont en dus ook heel wat verhalen te vertellen heeft. Bezoekers van het Park dat zij beheert, mogen na het betalen van de gebruikelijke inkom, ofwel een gids nemen ofwel vrij rondwandelen. Joshua, onze gids, loodste ons mee naar de plekjes waar je de verschillende soorten wild het beste kan observeren. We zagen zebra’s, visarenden (mooi!) wildebeesten, buffels, verschillende soorten antilopen, één giraf, heel wat watervogels oa pelikanen, ooievaars en lepelaars, en tenslotte konden we ook een glimp opvangen van een nijlpaard dat af en toe briesend naar lucht kwam happen. Het mooie is dat je hier al wandelend de dieren kan benaderen. Ze zijn bezoekers gewend, schrikken niet meer van de minste beweging, en toch ben én voel je je dicht bij de natuur. En dat in de wondermooie omgeving van het meer, omringd door heuvels en bergen in de verte. Een mooie voormiddag.

En hoeft het gezegd: we waren zooo blij en opgelucht toen we ’s avonds onze huurauto zonder één schrammetje konden inleveren: voortaan làten we ons voeren!

Nu zitten we dus terug in ons guesthouse in Nairobi. Wat ik leuk vind aan deze formule is dat je ook interessante mensen leert kennen bv aan de ontbijttafel, of op het terras. Zo zitten er hier twee dames die, de ene in het Noorden van Kenia, de andere in het Zuiden van Soedan, bezig zijn met ontwikkelingsprojecten van de plaatselijke bevolking. Hun ervaringen zijn boeiend, en maken ons beeld van dit land, dit continent, heel wat levendiger en rijker. Een toevalligheid is daarbij dat één van deze dames mijn vriendin Veerle blijkt te kennen. (Ja Veerle, het gaat om Veroniek, en deze morgen sprak ik ook telefonisch met Gonda, de wereld is klein, niet?!)

Het wachten is nu op Roger die ons dinsdagmorgen komt ophalen voor de laatste fase van deze reis: onze safari. We kijken er echt naar uit!

maandag 2 augustus 2010

Nairobi bis







Gisteren liep de internet-verbinding zo moeizaam dat ik geen foto's kon uploaden. Misschien lukt het vandaag wel? Een fotootje van 'ons' op Wasini-eiland, en eentje van een optocht in Niarobi gisteren zondag.

Vandaag waren we uitgerust en vol goede moed om een uitstapje met de auto te maken. We zouden naar de 'Fourteen Falls' gaan, zo'n 70 km NO-waarts van Nairobi. Wat op de map vrij gemakkelijk leek, was in werkelijkheid een helse rit. De wegen in en rond Nairobi zijn, echt waar, niét te doen! Overal werken, je moet voortdurend over en door zand en stof en echte putten rijden. Je moet voetgangers, matatu's en vrachtwagens vermijden, je moet je weg zoeken zonder enige aanwijzing, énne... je mag je niet opwinden!! Je moet hier dus wel degelijk over een ijzeren gestel beschikken, en je auto evengoed!

De 14 watervallen waar we na een paar keer heen en weer rijden dan toch geraakten (we zijn wel twee keer 'te ver' gereden bij gebrek aan aanwijzingen), waren wel mooi, hoor.

Dat er 14 watervallen zouden zijn, klopt niet echt, maar het is in ieder geval indrukwekkend. Je zou nog met een bootje naar een eilandje kunnen varen, en daar zouden dan weer nijlpaarden te zien zijn, maar dat hebben we niet meer gedaan. Nijlpaarden, die zullen we later nog wel te zien krijgen, daar reken ik op! En in onze ogen werd het uitzicht op de mooie watervallen weeral verprutst door het rondslingerende afval. Mensen stoken er vuurtjes, gooien alles zomaar weg; aan de takken van de bomen hangen door het water meegesleurde vodden en plastic zakken... Zo'n slordig zicht! Als ze de inkomprijs - 13 € voor ons tweeën + een camera (!!)- nu eens zouden gebruiken om een opruimploeg aan 't werk te zetten, dan zou het er snel veel aantrekkelijker uitzien! Ik vrees echter dat deze gedachtengang té Europees is.

Onze trip was dus een beetje een ontgoocheling, en de terugweg verliep even moeizaam als de heenreis. Alweer je weg zoeken zonder veel aanwijzingen, allerhande hindernissen ontwijken, roekeloze chauffeurs vermijden... Toen we de rustige buurt van ons guesthouse eindelijk bereikten, zakte de spanning eindelijk. Zoals je op de foto ziet, is Miti Mingi werkelijk een fijne plek om te bekomen.

Alweer zonder schrammen en kleerscheuren aangekomen, clap for yourself!


Je kan je dus voorstellen dat wij niet van plan zijn om morgen de auto van stal te halen en ons weer in het helse verkeer te storten!

zondag 1 augustus 2010

Nairobi

Eerst nog even een kort verslag van een tripje dat we vrijdag vanuit Diani Beach maakten: naar Shimoni, een klein vissersdorpje bijna tegen de Tanzaniaanse grens. De eerste 30 km liep over een redelijke asfaltweg, maar nadien volgde gedurende 15 km een zandweg vol putten en stenen, een goeie testrit voor ons en onze huurauto! Vanuit Shimoni namen we een boot naar het eiland Wasini, waar we verse krab aten, de eerste in ons leven, echt waar! Nadien nog een gegrilde zeebaars met groenten en kokosrijst en verse passievruchten als dessert. En dat alles met zicht op een helderblauwe zee!

Het eiland Wasini heeft geen elektriciteit noch leidingwater. Het eilandwater is zout, zodat er water moet aangevoerd worden, een hele onderneming! Kapitein Zulu, onze gids, loodste ons na de lunch door de steegjes van zijn geboortedorp naar de 'Coral Gardens', een gebied dat bij hoog tij door de zee wordt overspoeld, en bezaaid ligt met versteend koraal. De mangrovebomen die er groeien hebben leerachtige blaadjes, en zijn bestand tegen zout water, wel bijzonder! De plaatselijke bevolking heeft doorheen de gardens een traject van houten loopbruggetjes gebouwd zodat je er ook bij hoog water nog door kan wandelen.


Nairobi dan.
Niet zo heel ver van de drukke highways met hun voortdurende geraas en vervuilende uitlaatgassen, en omgeven door bloemen, bomen, en natuurlijke geluidjes, ligt Miti Mingi (letterlijk 'veel bomen'), het aangename en rustige guesthouse waar we sinds gisteren verblijven.

De reis van Diani Beach tot hier was lang en bijzonder spannend. We reden 10 uur lang (voor 540 km), en hielden over de middag slechts een korte lunchpauze. Een auto die je niet goed kent (NB een automatic), links van de baan rijden, 1,5 uur moeten aanschuiven bij de ferry voor Mombasa, een baan die bij momenten zoveel potholes, bulten en openliggende stukken telt, dat je je stapvoets en met ingehouden spanning een weg moet banen, en ondanks alle voorzichtigheid soms toch nog aan de onderkant een doffe klap te horen krijgt, tussendoor roekeloze chauffeurs die nauwelijks weet hebben van voorrangsregels of hoffelijk rijgedrag... wij waren 's avonds doodmoe maar heel tevreden dat we het zonder brokken gehaald hadden!

Het eerste dat ons opviel was dat mensen hier warm gekleed gaan. Wij, komend uit het zuiden, vonden dit vreemd. In onze auto heerste nog een zuiderse temperatuur. Maar eenmaal buiten, kregen wij ook al snel nood aan een warme fleece. Nairobi ligt op zo'n 1700 m hoog, en zeker nu het hier 'winter' is, is het behoorlijk koud. Nog geen 20C! Tien weken lang sliep ik licht gekleed, nauwelijks een dun lakentje om me tegen de ochtend wat te beschermen, en nu heb ik weer een deken nodig!

Vandaag Nairobi te voet verkend. Geen aangename stad, als je het mij vraagt. Het is een jonge stad met weinig interessante bezienswaardigheden. Wel het reeds gekende contrast tussen arme en verloederde buurten en brede straten met wolkenkrabbers en sjieke hotels. En zo'n slechte luchtkwaliteit!.. dat voél je echt in je luchtwegen. We stapten 4 uur lang, en zagen daarbij slechts een 20-tal blanken, wat we wel vreemd vonden. Ik had me een internationaler publiek voorgesteld. Dat heeft misschien te maken met het feit dat het zondag is, maar ook zeker met de manifestaties rond het komende referendum. Volgens Calystus, onze 'huisbewaarder' zou het allemaal heel vredig verlopen, en dat wàs ook zo. Er was een grote politieke bijeenkomst met veel politie en ordehandhavers in het Uhurupark, en natuurlijk honderden manifestanten door de straten, gekleed in een groen 'YES' T-shirt. Er zijn hier in de stad weinig 'NO'- stemmers, zo blijkt. Opmerkelijk: de optochten door de straten verliepen inderdaad zoals wij dat uit TV-beelden zo goed kennen: Afrikanen stappen niet, zij lopen te demonstreren!

Morgen gaan we weer met de auto toeren, op zoek naar mooie plekjes buiten de stad.

woensdag 28 juli 2010

Hakuna matata (??)

Zondag ging ik Jef ophalen op het vliegveld van Mombasa. Francis, de vader van één van onze leerlingen, én taxichauffeur, reed. Het deed zo'n deugd om mekaar weer lijfelijk te kunnen zien en vast te pakken! Sindsdien is hij stilaan de omgeving en de mensen aan 't verkennen. Maandagmorgen bv gingen we op school langs, de laatste keer voor mij. Het afscheid was hartverwarmend. Ik kreeg overal stevige hugs en warme commentaren, en moest beloven nog eens terug te komen. Ik wil wel, maar jammer genoeg kan ik niets beloven, we zullen wel zien... Omdat het hier diepgelovige mensen zijn, begrijpen zij de zin 'als het God belieft' erg goed.

Ik deed een kleine toespraak tijdens de assembly, dankte alle leerlingen en alle collega's, en ging nadien rond in de klassen. Daar werd nogmaals luidkeels gezongen, 'k werd er soms wat emotioneel van... zoveel hartelijkheid, een mooier afscheidscadeau kan een mens zich niet wensen!
Gisteren bracht ik de dames teachers elk een pakje met kledij en accessoires die Jef op mijn vraag uit Bertem had meegebracht. Ze waren zo opgetogen, dat ik er alweer wat onwennig van werd. Voor de heren had ik jammer genoeg niets, behalve voor headmaster James. Hij nam fier een aktentas in ontvangst, waar hij zijn papieren voor komende meetings in kan opbergen.

Stilaan loopt alles dus ten einde. Er rest mij nog een paar dingen te doen, zo wil ik zeker nog afscheid nemen van Susan en van Kebene. En dan... nieuwe strofen zoeken voor het mooie lied!...

Intussen zijn we ook al de toeristische toer op gegaan. Vandaag voor de eerste keer op safari: een dagtrip naar de Shimba Hills, zo'n uurtje rijden van hier. Je rijdt dan in zo'n busje waarvan het dak openklapt, zodat je staande een goed uitzicht hebt. Het landschap is heel mooi: heuvelachtig, met van op de hoogste heuvels zicht op de oceaan, bushes, bomen, kokospalmen, zelfs dennebomen... heel veel variatie. Het wild is hier misschien niet zo heel sterk aanwezig, maar de mooie uitzichten op zich maken het de moeite waard. We zagen de sabelantiloop, die je in andere parken in Kenia niét tegenkomt, dus dat was ook een meevaller. Maar voor de rest hadden we eerder 'bad luck': hoewel er in het park 360 olifanten zijn, hebben we er geen enkele gezien! Onze chauffeur deed zijn uiterste best, doorkruiste het hele park heen en weer, maar... géén tembo te zien! We zagen wel giraffen, buffels, en een paar soorten antilopen, waaronder dus die fameuze sabelantiloop. Ook heel wat apen, maar ja... die zie je hier in de buurt eigenlijk ook wel, dus zo heel speciaal is dat niet. Wél speciaal is dat je hier een wandeling kan maken naar een waterval. De wandeling loopt via een vrij steil pad naar beneden, en na het bezoek aan de waterval weer steil naar boven, en je kan dit enkel doen onder begeleiding van een gewapende ranger die desgevallend leeuwen en ander hongerig wild op afstand kan houden. Een aparte belevenis!

Vanaf morgen hebben we een huurauto tot onze beschikking, en dan kunnen we zelf ook toertjes organiseren. Zaterdag dan noordwaarts naar Nairobi en omstreken. Toen we een paar dagen geleden over onze plannen spraken met Amina, een sympathieke vrouw die een mooie winkel uitbaat, kregen we toch wel wat schrik. Zij komt nl uit Nairobi, en vertrouwt het de komende weken niet echt. Op 4 augustus is er nl een referendum ivm de nieuwe grondwet, en veel mensen vrezen onlusten, net zoals een paar jaar geleden met de verkiezingen. Toen vielen, vooral in de Rift Vallei, verschillende doden bij gevechten en schermutselingen. De Rift Vallei, dat is nu net een van die gebieden waar wij ook naartoe gaan! Amina drukte ons op het hart extra voorzichtig te zijn, eventueel zelfs onze plannen te wijzigen indien nodig. Goh... dat was toch wel onrustwekkend!

We hebben dan even met Michael gesproken, hij kent Nairobi en omstreken ook erg goed. Hij kon de ongerustheid van Amina wel begrijpen, maar meent dat het niet zo'n vaart zal lopen. De mensen willen echt geen herhaling van de gebeurtenissen van toen, het zou trouwens opnieuw een zeer negatieve invloed uitoefenen op het wereldwijd prestige van Kenia, om nog maar te zwijgen over mogelijke economische gevolgen...
Michael raadde ons aan om ons ter plekke regelmatig en grondig te informeren. Sommige wegen zullen misschien tijdelijk geblokkeerd zijn. En er zullen zeker ook heel veel ordestrijdkrachten rondtoeren. Toeristen zijn niet het doelwit, zo verzekerde Michael ons, maar je moet natuurlijk voorzichtig blijven! Een wijze raad die we zeker zullen opvolgen.

Hakuna matata, 'geen probleem' dan??
We houden jullie op de hoogte!

vrijdag 23 juli 2010

Het einde nadert...

Gek hoe snel het gaat: vandaag was mijn laatste schooldag in Rainbow4Kids! Ik heb er nog niet echt bij stil gestaan, ook nog niet echt afscheid genomen. Volgende week kom ik nl nog eens langs met Jef, als visitor dan.

Gisteren nam de school met een mooie afsluiter al afscheid van Mama Rainbow. Zij heeft tijdens dit verblijf heel wat energie gestoken in haar project, maar zij heeft in ruil ook heel wat positieve 'vibes' gevoeld. Er lééft wat in Maweni, er groeit en bloeit wat in de Rainbow4Kids-school, er zit heel wat energie in het hernieuwde schoolteam, én de aanwezige vrijwilligers betekenen echt een meerwaarde. Katrien ging dus wel met tranen in de ogen maar ook met een warm hart terug naar huis.

Vandaag was het ook voor Lianne de aller-allerlaatste dag, en voor haar was het afscheid van de school en van alle mensen die zij zo lang heeft gekend, heel emotioneel. "Mooie liedjes duren niet lang", zeiden we onlangs nog. Da's waar, maar mooie liedjes, daar kan je ook nog nieuwe strofen bij verzinnen, da's ook waar! En wat Lianne betreft, ben ik er zeker van dat zij terugkeert. Zij draagt Kenia in haar hart en ziel, het bestaat niet dat zij het bij die ene keer houdt!

Gisteren namen we dus afscheid van Katrien, vandaag van Lianne, en telkens is het enerzijds triest, maar ook zo deugddoend om te merken dat iedereen zo vriendelijk, zo hartelijk, zo lief is. Er werden heel wat fotootjes gemaakt: hier eentje van de teachers met volunteers, en eentje met de 4 pijlers van het Rainbow4Kids project: Katrien, Madama Fatouma Sr (adjunct), Michael (manager) en James (headmaster)

Wat mij betreft: mijn thuis is wél in België, waar mijn huis staat, waar mijn gezin, familie en vrienden wonen, waar ik mijn werk en bezigheden heb. Ik ga dus graag terug binnen een week of 3. En toch met pijn in het hart, want het was mooi! Ik zal de mensen missen! En als ik nu op de voorbije 10 weken terugkijk, dan kan ik niet anders dan dankbaar zijn. Dankbaar omdat ik het avontuur überhaupt kon starten, dankbaar omdat veel lieve mensen thuis me steunden, dankbaar omdat zoveel mensen me hier zo goed hebben opgevangen, me welkom geheten, me laten voelen dat ze het apprecieerden. Asante sana, allemaal!!

Vandaag, de laatste dag, betekende enerzijds een ontgoocheling en anderzijds was er ook weer vreugde. Het leven zoals het is, kortom.
Ontgoocheling omdat ik niet heb kunnen afmaken wat ik had willen doen. Vorige week schreef ik over Rose, en dat we naar de psychiater in Mombasa zouden gaan. Nu ja, vorige vrijdag gingen we inderdaad, maar we keerden onverrichterzake terug. De psychiater was er niet. We hadden een gesprek met een psychiatrisch verpleegster, en die zei ons terug te komen. Irene belde voor een afspraak, en die kregen we. Maandag moesten we terug komen. Zo vroeg mogelijk.

Maandag dan vertrokken Irene, Rose en ik om 7.15u richting Mombasa. Twee matatu's tot aan de ferry, een overtocht, en nog een matatu tot het ziekenhuis.
Er zaten al wat mensen in de wachtzaal, en er kwamen er nog bij, en die werden één voor één geholpen door andere dienstverleners, maar ONZE psychiater, die dook niet op. We hebben daar, echt waar, zitten wachten van 9u tot 15u. Tijdens de lunchpauze gingen Irene en ik apart in de cafetaria iets te eten halen, om toch maar niet de psychiater te missen. Maar hij kwam dus niet. Toen stelde de verpleegster voor dat we naar een ander ziekenhuis zouden gaan, waar hij meestal in de namiddag zit. Wij daarheen, maar ook daar was hij niet. Zijn secretaresse kon hem niet bereiken en snapte er zelf niets van, "het was niets voor hem om geen boodschap door te geven", zei ze.
Om 16u zijn we opgestapt, we geloofden er niet meer in.
Eenmaal thuis overtuigde ik Irene om opnieuw met de dokter te bellen, hem te wijzen op de afspraak die we hadden, en om snel een nieuwe afspraak te maken. Dat is echter niet meer gelukt. Wel wat telefoontjes ja, maar geen afspraak. De psychiater moest naar Nairobi en zou pas volgende maandag weer in Mombasa zijn.
Ik vind het echt jammer dat er nu geen oplossing is voor Rose, maar anderzijds... maandag ga ik echt niet meer mee. Irene wil het wel blijven opvolgen, maar niet alleen. Dat snap ik best. Ik zal dus aan Michael vragen om zich mee om het meisje te bekommeren. Ik hoop echt dat ik binnen korte tijd positief nieuws ontvang ivm Rose!

De vreugde vandaag zat vooral in de laatste uurtjes: met zijn allen (althans met de upper classes) naar de beach. En net als vorige keer was het een fantastische belevenis. Ik ging met de meisjes in zee, was er deze keer beter op gekleed, en kon dan ook wat dieper de golven in. Ze genoten er echt van, en ik met hen. Oh, dat enthousiasme, dat samen de oceaan trotseren, dat spelplezier achteraf... het maakt hen én mij een beetje gelukkiger.

Zondag komt Jef toe. Benieuwd hoe zijn eerste indrukken zullen zijn. Ik herinner me heel goed hoe mijn eerste tocht van Mombasa naar hier verliep: ik kwam ogen tekort om alles te zien, en het waren zeker niet allemaal mooie en aantrekkelijke dingen. Nu ben ik dit alles gewoon, maar zoals Katrien me nog aanraadde: "vergeet niet dat het voor jou wel allemaal bekend is, maar dat het voor hem heel anders is."

Ik zal hem polé polé laten wennen, Katrien!

woensdag 21 juli 2010

Bonen met chapati


Vandaag, woensdag, zijn we weer gaan eten in Kebene children home. Voor Lianne en mij de laatste keer. Voor Lianne is dit veel meer nog dan voor mij, een emotioneel moment: zij leefde 6 maanden mee met lief en leed van deze kinderen. Kebene is eigenlijk gewoon een letterwoord voor Kenia, België, Nederland. De oprichters ervan, Pasci en Arianne zijn nl resp Belg en Nederlander. Zo'n 3 jaar geleden startten zij op een andere plek een kindertehuis. Intussen zijn ze verhuisd naar hier, en er verblijven nu 29 kinderen. De oudste is ongeveer 18 en zit op een boardingschool, de jongste - Kazungu - is 5 jaar en kwam in mei samen met zijn zusje toe, nadat hun vader verongelukt was. De kinderen gingen al in Rainbow naar school. De kinderen die hier verblijven, hebben allemaal een 'geschiedenis'. Sommigen zijn wees, anderen hebben nog wel een vader of moeder, maar die kan onvoldoende voor hen zorgen. Pasci en Arianne vliegen regelmatig naar hier om 'hun' kinderen op te volgen, maar daartussenin moeten zij ook weer naar huis, voor een inkomen zorgen. De dagelijkse zorg wordt gedragen door enkele 'aunties en uncles', opvoeders eigenlijk. Er komen ook regelmatig vrijwilligers over de vloer. Zij blijven een paar weken of maanden, en helpen de opvoeders bij hun taak.

Ik voeg een aantal foto's toe van Kebene en zijn bewoners, maar ze hebben ook een hele goeie site. Ga zeker eens kijken!



Wat mij betreft: ik vind het een schitterend initiatief. Ik heb heel veel sympathie voor Pasci, Arianne en alle uncles en aunties. Ze doen schitterend werk. En wat meer is: zij houden vol. Want dat lijkt me het moeilijkste, net zoals bij het Rainbow project: je kan vol enthousiasme met zo'n project starten, maar er komen sowieso moeilijkere tijden. Tijden waar je misschien gaat twijfelen of het allemaal wel haalbaar is, of je de nodige energie, tijd en geld zal kunnen blijven vinden. Dàn doorzetten... chapeau!

Kebene is een heel open huis: alle bezoekers zijn welkom, ook om mee te eten uit de grote pot. En 's woensdags is dat chapati's of mandazi's met bruine bonen. Iedereen zit aan grote houten tafels, en tijdens het eten is er geen woord te horen. Wanneer de kinderen gedaan hebben, bedanken ze de aunties en uncles voor het eten en verdwijnen met bord en bestek naar de afwasbak. Nadien volgt er iedere avond nog een gebeds- en meditatiemoment: Ombah-time. Er wordt gebeden, uit de Bijbel voorgelezen, gezongen, gedanst, en vaak ook moeten de kinderen tonen wat ze al kennen en kunnen: de maaltafels bv opzeggen. Het is ook hét moment om de groep toe te spreken: een opvoedend woordje, een preek voor hen die zich niet gedroegen, een pluim voor anderen die zich extra ingezet hebben... Alle kinderen zitten op hun eigen plekje, in een grote halve kring, en de sfeer is zoals vroeger in grote gezinnen: je voelt dat dit hen samenhoudt, het is een belangrijk moment om de eenheid binnen de toch zeer gedifferentieerde groep te benadrukken. Altijd weer mooi om mee te maken!

Kebene beschikt over een busje, maar dat oude ding laat het geregeld afweten. Als het rijdt, dan kunnen er uitstapjes gemaakt worden. Allen samen naar het strand bv, of naar de mis op zondag. Daar ben ik ook al enkele keren mee naartoe gereden. Een ervaring apart, zij het dat deze mis veel rustiger verloopt dan die mis in de Jesus Miracle Center (zie mijn bijdrage 'Hallelujah') In ieder geval: er is altijd wat te beleven bij Kebene, en vermits zij van ons enkel gescheiden zijn door een metalen poort, zijn wij er regelmatig te gast, en dat is fijn!

zaterdag 17 juli 2010

Rose

Een paar weken geleden al vroeg James me of ik niet eens kon luisteren naar de mama van Rose. Hij kon haar niet helpen en voelde zich machteloos, zei hij. Dionysia, een oudere magere vrouw, vertelde me toen in goed Engels over wat ze allemaal meemaakte met Rose. Het meisje is intussen 19 jaar oud, maar dat zou je haar abosluut niet geven. Dionysia is niet de biologische mama, ze is een zus van de mama die kort na de geboorte van het meisje overleed. Rose heeft nog een oudere broer en zus, maar die zijn intussen het huis uit, en haar zus zou trouwens een slechte invloed op het meisje uitoefenen.
Rose zit (nog maar) in class 5 en zelfs daar lukt het niet. Het gaat waarschijnlijk om een zwakbegaafd of licht mentaal gehandicapt meisje, dat is althans wat ik afleid uit het verhaal van tante Dionysia én van haar klasleerkracht Irene.

Rose moet elke dag een half uurtje stappen naar school en weer terug, maar vaak verschijnt ze niet op school, hoewel tante haar ’s morgens persoonlijk uitwuift. Soms komt ze wel op school aan, maar glipt ze tijdens de dag weg. Het gebeurt dan zelfs dat ze een of meerdere nachten onvindbaar is, tot ze tenslotte weer opduikt. Ze vertelt niets over wat ze deed of met wie ze was, zegt tante, maar het lijkt er sterk op dat ze door ‘slechte mannen’ wordt verleid om met hen mee te gaan.
Het grote probleem nu is dat tante Dionysia’s gezondheid niet goed meer is. Ze is diabetieker, en zou van de dokter zelfs in het ZH moeten opgenomen worden, maar dat kan de oude vrouw niet doen, omdat het meisje dan volledig aan haar lot zou overgelaten zijn. Ze vraagt eigenlijk om een blijvende oplossing, een plaats waar Rose veilig en beschermd kan opgroeien, waar ze begeleiding en eventuele verdere scholing krijgt.

Ik heb met de oude vrouw te doen: zij heeft na de dood van haar zus het meisje onder haar hoede genomen, maar wie zal dat verder zetten?... Ik beloof haar dat ik naar een oplossing zal zoeken, maar weet bij lange na nog niet hoe ik dat moet aanpakken. In eigen land ken ik de kanalen, maar hier?... En James of teacher Irene die het probleem al langer kennen, kunnen ook niet helpen.
En dan denk ik plots aan Cosmas, een ‘uncle’ in het Kebene kindertehuis van hiernaast. Hij helpt de kinderen met hun schoolwerk, en heeft me verteld dat hij eigenlijk sociaal werker is. Misschien weet hij iets? En wanneer ik hem ’s avonds aanspreek, komt hij inderdaad met een mogelijkheid: hij heeft een tijd geleden zijn eindwerk gemaakt over een instelling in Kwale, zo’n 20 km van hier, en daar worden mentaal en fysiek gehandicapten (vooral doven en blinden) opgevangen. Misschien is dat wel iets?
Ik ben heel blij met deze mogelijkheid en breng James, Mama Rainbow, Michael en Irene op de hoogte. Ze vinden dat ik het het spoor verder moet volgen. Het blijkt echter niet zo eenvoudig om een contactpersoon op te snorren. Cosmas belooft me die door te spelen, maar ik hoor een paar dagen niets, en kan hem ook niet bereiken. Later blijkt dat hij ‘up country’ was, waar zijn GSM geen bereik heeft. De persoon die ik eindelijk in Kwale te pakken krijg, is bereid om mee te zoeken. Ik vraag aan Irene om een afspraak te maken, want in het Kiswahili is dat nog steeds eenvoudiger. Zij heeft echter geen belkrediet meer, en de maand is nog niet helemaal om. Ik koop haar 50 SH belkrediet, en hoop dat het nu vlotter zal gaan. Het duurt nadien nog twee dagen voor Irene effectief contact heeft, en ze komt me zeggen dat die mevrouw de komende weken heel druk is omdat ze ook een rol heeft in de organisatie van het referendum over de nieuwe grondwet. Ons bezoek zou moeten wachten tot nadien. “Maar dat is pas 4 augustus”, protesteer ik, “dan ben ik weg!” Nog een telefoon dan maar om te vragen of er toch niet nog een gaatje gevonden kan worden. En dan lukt het plotseling toch om een afspraak te maken voor een ‘assessment’, zij het dan niet met haar persoonlijk, maar met een medewerker. Nou, voor mij OK, als we maar zicht krijgen op de mogelijkheden van die instelling. Moest het daar nl niet gaan, dan moeten we nadien alsnog op zoek naar een andere mogelijkheid. Dus... niet te lang uitstellen!

En dus... vandaag, woensdag, zullen we gaan. Irene en Rose gaan natuurlijk mee, en oorspronkelijk zou James ook meegaan, maar deze morgen is hij er nog niet om 8u. Volgende vraag: hoe moeten we daar geraken? Irene vertelde me dat in Kwale het administratief centrum van het district gevestigd is, daar waar je ook moet zijn voor je ID en geboorte-akte enz... Een plaats waar nogal wat mensen komen, en dus bereikbaar met openbaar vervoer. Maar nu ziet ze er precies tegenop om dat allemaal per matatu te doen, we zouden 3 busjes moeten nemen, en dus een hele tijd onderweg zijn. Gelukkig verschijnt Michael dan op het schooldomein, en die aarzelt wat: hij heeft een vergadering in de school om 9u30. Maar als we meteen vertrekken dan kan hij nog tijdig terug zijn. Rose wordt uit de klas gehaald (gelukkig is ze vandaag op school!), Irene laat wat instructies na voor haar klas, en weg zijn wij.

De weg naar Kwale loopt naar het binnenland, en het is de eerste keer dat ik zicht krijg op rode aarden wegen, groene heuvels en tal van kokosbomen op de hellingen. Een mooi landschap! Een half uurtje rijden we er over, de weg is redelijk en er is niet veel verkeer op die baan.

In Kwale even navragen waar we precies moeten zijn, en dan zet Michael ons af. Hij moet nodig terug. Het loopt verder heel vlot: we mogen meteen binnen in een lokaal waar boven de deur ‘Assessment’ staat. Wanneer Irene binnenstapt, hoor ik haar heldere lach: blijkt dat de persoon die ons zal helpen, haar teacher is tijdens de bijscholing die ze volgt. Wanneer de school dicht is, volgen heel wat teachers nl bijscholing, en deze man doceert daar kinderpsychologie, kinderrechten enz... vertelt Irene. Het is een van haar lievelingsleraars. De vriendelijke man vraagt naar het probleem, en we vertellen het in ’t kort. Nadien heeft hij een heel uitgebreid gesprek met Rose. Het meisje, dat tgo ons vrij gesloten bleef, begint tegen deze aardige man dan toch heel wat te vertellen. Ze vertrouwt hem duidelijk. Irene vertaalt af en toe heel discreet een paar hoofdpunten. Het meisje wordt inderdaad al lang misbruikt en kan niet tegen die mannen op. Haar tante zou het wel weten, en zou die mannen zelfs kennen, maar ze schaamt zich teveel om er iets tegen te doen.

Tijdens het gesprek heb ik ruim de tijd om een blik te werpen op het lokaal: een beetje zoals mijn werkkamer in Terbank, zo’n 30 jaar geleden. Dossiertjes opgestapeld op het bureau en in een open kast, een paar ‘instrumenten’ om tests af te nemen, en vooral heel wat posters tegen de muur met opvoedingsadviezen en statistische gegevens van de laatste 15 jaren. Er worden hier doven en blinden opgevangen, maar ook mentaal gehandicapten, autisten, kinderen met cerebral palsy en andere aandoeningen.

De man wendt zich na een tijd weer tot ons. Hij heeft nu wat beter zicht op het probleem, zegt hij. Maar Rose moet nog eens uitgebreid onderzocht worden door een psychiater, en ook een lichamelijk onderzoek is nodig, voegt hij er aan toe. Hij geeft ons een verwijsbrief mee voor een ziekenhuis in Mombasa, en geeft ook al meteen aan dat er voor ‘dergelijke meisjes’ in Mombasa een goede instelling bestaat.

Op mijn vraag of er voor leerlingen met problemen in ’t algemeen een dienst of persoon bestaat die ons kan helpen met de begeleiding en eventuele oriëntering, vertelt hij tot onze vreugde dat zijn dienst ook ter plaatse kan komen, de leerlingen daar onderzoeken en aansluitend leerkrachten én ouders kan begeleiden. Dit klinkt veelbelovend! Irene en ik denken al meteen aan een paar kinderen, waar volgens ons iets meer mee aan de hand is dan (gewoon) een trager leerproces.

We komen dus opgewekt buiten: niet enkel lijkt er voor Rose een goeie kans op een veilige toekomst in te zitten, maar ook voor de hele school is het een goeie zaak om beroep te kunnen doen op competente leerlingbegeleiders.

We moeten met de matatu terug, maar dat kan ons niet deren. We schudden, wippen en schommelen in drie verschillende busjes, en kopen aan de junction met de hoofdbaan een soda voor elk. Rose geeft aan dat ze ook honger heeft, en ik koop haar cakejes waarna ze me een stralende glimlach schenkt.

Vrijdag de volgende stap. Naar Mombasa.

De moeilijke weg naar verandering



Alweer een week voorbij, en weer allerlei interessante dingen beleefd.
Vorig weekend dus het jurkje bij de fundi gaan halen - eigenlijk een rokje met apart bovenstuk. De man werkt samen met een broer in een kleine ruimte van zo'n 10m2, waar dan ook nog een tweepersoonsbed én een sofa in staat. Alles, maar ook werkelijk alles ligt met stukken en lapjes stof bezaaid, ook de grond. De mat is trouwens... ja, een verzameling van aaneengestikte veelkleurige lapjes. De naaimachine, een oude Chinese trapmachine, hapert regelmatig. Polé polé en volhouden dus!..


De vrouw op de foto is Suzan, de dame die onze cottages onderhoudt, en die me ook naar de fundi in Ukunda begeleidde. Toen ik de week tevoren met mijn lap stof langskwam, werden mijn maten genomen, en mocht ik ook een model kiezen uit een aantal foto's op een poster aan de muur. Het resultaat is mooi: de stof is zo geknipt dat het motief symmetrisch terug te vinden is. Er moest nog wel een kleine correctie gebeuren, ze hadden mijn boezem nl veel te klein ingeschat. Nochtans... Keniaanse mama's hebben meestal een zwaardere boezem dan ik hoor! Ik heb nog geen foto van mezelf IN het nieuw, maar wanneer Lianne terug is, vraag ik haar er eentje te maken. Ze is nl nu een paar dagen 'up country'. Ook de andere vrijwilligers zijn dit weekend weg: ze zijn op safari voor 3 dagen. Niet getreurd, mijn beurt komt nog wel...

De week verliep rustig: ik heb intussen mijn plaats gevonden, dat zei ik al. Donderdag kwam de vierde en laatste van mijn wekelijkse babbels aan de beurt: over TIME OUT als sanctiemiddel. Zoals steeds luisterden de teachers aandachtig. Nee, geen vragen of opmerkingen achteraf. Maar ik had er geen goed gevoel bij. Het is niet omdat er geen vragen komen, dat ze het zien zitten, zoveel is me al duidelijk. De alarmklokjes bv die ik introduceerde om 5 of 10 minuten af te meten, werden meteen al grondig uitgeprobeerd, waardoor het mechanisme soms wat ontregeld werd. Ik zei nog dat ze echt moeten wachten tot het wekkertje zélf afloopt, maar dat bleek bijzonder moeilijk. Nu ben ik maar bang dat ze het in hun kast zullen laten zitten als het niet werkt zoals zij zouden willen dat het werkt. In het hele onderwijs, en waarschijnlijk ook daarbuiten, vind je nl een groot gebrek aan creativiteit om problemen zelf op te lossen. Als het niet werkt, dan wordt het opzij gezet.

Ik kan me bv ook ergeren dat er overal, écht overal, vuilnis ligt. En dat terwijl er 2m verderop een groepje mannen de hele dag door zitten te babbelen en te lanterfanten. Er is grote werkloosheid, terwijl er wel héél véél te doen is. Zouden ze dat dan niet zién, vraagt een mens zich af. Nee, zij zien dat niet.

Er is nog een ander probleem met die alternatieve sanctionering. De jongere kinderen, die kan je nog opvoeden, die luisteren naar gezagsfiguren. Maar die van class 7 en 8, échte pubers, die zijn opstandig. Die denken: "Ah, nu de teachers ons niet meer mogen 'canen', dan kunnen wij eigenlijk onze gang gaan. Wie doet ons nu nog iets?" Misschien een beetje sterk uitgedrukt, maar daar zou het op neer komen. Ze gedragen zich uitdagend, in de wetenschap dat je hen toch niet hardhandig kan aanpakken.

Ik heb met Katrien gesproken, en we kwamen tot twee conclusies: je moet ze wel degelijk aanpakken dat ze het voelen, door hen bv iets af te nemen. Maar dat kan alleen op voorwaarde dat de dingen die je hen afneemt (bv extra-activiteiten als 'games'), dat die gewoonlijk wél doorgaan. En dat is nu net ook het punt. De leraars moeten de planning dus ook beter opvolgen zodat zij iets achter de hand hebben.
Een voorstel is ook om in class 7 en 8 langs te gaan, en de leerlingen te wijzen op hun verantwoordelijkheid: het is inderdaad niet meer 'van deze tijd' om lijfstraffen te geven, maar oudere leerlingen hebben een modelfunctie naar jongere toe, en daar moeten ze zich goed bewust van zijn. Als ze niet als klein kind willen behandeld worden, dan moeten ze zich ook maar als volwassene gedragen.

Deze zaterdagnamiddag ben ik met een van onze leerlingen, Rafaël, naar Ukunda gegaan. Hij wou me zijn dorp laten zien, en we spraken af om 2u. Hij stond met zijn fiets om half twee al in Kebene te wachten, en ook Vidzo, een van de oudere jongens van Kebene, zou meegaan. We gingen te voet langs de airstrip en langs een paar kleine wegjes, waar ik nog niet was doorgelopen, en waar het volgens Vidzo ook niet veilig is voor een Mzungu alleen.
Ze vroegen of ik iets speciaals wou kopen of zien. En toen dacht ik aan het volgende: heel wat kinderen lopen met kapotte kleren rond, en met afgerukte of afgevallen knopen. Ik heb al vaak gedacht dat ik dit heel eenvoudig zou kunnen herstellen, maar ik heb wel knopen nodig. En dus vroeg ik de jongens naar een knopenwinkel. Na lang zoeken en vragen vonden we er eentje: de knopen moesten uit een grote doos bijeengezocht worden, en slechts in één maat, en de draad vonden ze pas na na het openen van allerlei zakken: het was daar nl donker in de opslagplaats, verontschuldigde de winkelbediende zich. We gingen ook nog langs de plaatselijke markt en ik kocht wat fruit voor Rafaël en zijn familie.
De fruitsla werd thuis meteen klaargemaakt en geserveerd, en intussen werd ook Rafaëls vader opgebeld zodat die naar huis zou komen. We hebben een prettig gesprek gehad, over mijn land en hun gewoonten enz... Zoals elke vader vindt ook Francis dat zijn zoon hard moet werken om nummer 1 te worden, en zo toegang te krijgen tot Secundary School. Of dat voor Rafaël zal lukken, is nog maar zeer de vraag...

Tenslotte heb ik nog een heel verhaal over een bijzonder meisje uit onze school. Ik noem haar Rose, maar dat is niet haar echte naam. Haar verhaal is er eentje uit de honderden, en goed voor een aparte bijdrage.

zaterdag 10 juli 2010

Every man has a story - bis

Zaterdagmiddag. Ik maak een strandwandeling.

Op een paar meters afstand maakt een man een kaarsrechte handenstand op het uiteinde van een boomstronk. Heel rustig en beheerst, je ziét gewoon dat-ie er erg goed in is. “Are you a professional?” vraag ik hem. “Yes” glimlacht hij en begint meteen zijn verhaal te vertellen. Als jongen was hij op school een heel goede leerling en droomde er van om het ver te brengen. Hij wou de politiek in, niet om te discussiëren over van alles, maar om echt iets te veranderen. Om jongeren meer toekomstkansen te geven. Hij klinkt erg gedreven en idealistisch. De realiteit is echter een stuk minder mooi, vervolgt hij. Hij kan zijn studie niet verder zetten omwille van gebrek aan geld, en werkt een paar keer samen met een klein acrobatengezelschap. Ook daar is hij nl goed in, reeds als jongen sprong hij erg hoog.

Na een tijdje richt hij in Ukunda een eigen bedrijfje op waar intussen al meerdere lokale acrobatengezelschappen bij aangesloten zijn, ook de groep die wij gisteren op school aan ’t werk zagen. Hij traint die jongens dus om steeds beter en gevarieerder werk te brengen. Het gaat er niet aan toe zoals in Zwitserland, waar ze prachtige oefenzalen hebben (echt, hij noemt dat land als een ‘mekka voor acrobaten’) Zij trainen nu eens op ’t strand, dan weer op een open stuk veld, steeds met veel enthousiasme. Maar ook hier weer met de nodige problemen: er zijn nl nogal wat rasta’s bij de groep, en de politie heeft het op die jongens gemunt. Geregeld wordt er eentje opgepakt, en hij moet dan weer gaan onderhandelen en de jongens ‘vrijkopen’. Maar hij doet dapper verder: ze hebben onlangs zelfs een optreden in Israël gehad, vertelt hij fier!

Ik luister met veel aandacht. “Eigenlijk heb je dan toch je droom waargemaakt”, zeg ik bewonderend, “je geeft die jongens een toekomst, niet?” Hij lacht: “ja, en misschien meer dan wat ik in de politiek zou kunnen doen, want die is zo corrupt”, geeft hij toe. Het is niet de eerste keer die dag dat ik iemand dit hoor zeggen. Corruptie is in Kenia inderdaad als het ware ‘geïnstitutionaliseerd’.

Ik rond het gesprekje af en vraag naar zijn naam. “Zion”, zegt hij. En omdat ik een beetje vreemd opkijk, vertelt hij ook hier weer een verhaal. Als jongens hadden ze wedstrijden, wie het hoogst kon springen. De jongen met de hoogste sprong werd (Mount) Kilimanjaro genoemd, de volgende (Mount) Kenya enz... Toen hij een tijdje later ook wou meedoen sprong hij het hoogste van allemaal. En toen hebben ze hem (Mount) Zion genoemd, de berg die direct naar de hemel voert.
Mooi verhaal toch?...

vrijdag 9 juli 2010

Ngombe

Vrijdag 9 juli: de perfekte dag voor een Ngombe. Het regent even in de voormiddag, maar verder verloopt de hele dag onder een blauwe lucht. Er zijn bezoekers van Kebene, ook van het Rainbow project, er zijn een paar nieuwe vrijwillige teachers toegekomen, énne... er is heel goed nieuws van een paar (grote) sponsors: ze hebben na een bezoekje van een dag of 3 beslist om in heel de school nieuwe vloeren te leggen: échte tegels ipv het beton/cement dat er nu nog steeds ligt. Dat is niet alleen heel vies en stoffig, maar door de slijtage liggen de trappen bv er gevaarlijk bij. Het is vandaag dus echt feest op school! De Keniaanse manier om dit te doen is een koe (of geit) slachten en er een groot feestmaal van maken.

Alle hulp is welkom! We staan allemaal om 7u op school gewapend met mesjes, snijplanken, borden en bestek.

De eetzaal, gewoonlijk voorbehouden voor de leerlingen, wordt nu mooi gedekt voor de bezoekers, het management van de school en enkele belangrijke personen van de Village.





Terwijl de meeste vrouwen zich – heel rolbewust - bezighouden met het schillen/versnijden van aardappelen, worteltjes, witte kool, tomaten, look, gember en uien, hebben de mannen een al dan niet actieve rol in het slachten van de koe. Nee, niks voor mij.




Voor de foto van het opgespannen vel heb ik al de nodige vastberadenheid aan de dag moeten leggen. Na een dag of 3 drogen zal dat vel gebruikt worden voor het maken van trommels ed. Nee, niks gaat verloren...



Er wordt dan gekookt voor meer dan 300 personen, stel je voor! De kookruimte is een schuur waar twee enorme ketels op houtvuur staan te pruttelen. 2 sterke mannen zijn nodig om de kookpotten één voor één van het vuur te halen en er met een reuzenpollepel (eerder een soort roeispaan!) door te roeren. Ik heb het hele kookproces niet gevolgd maar er wordt daar wat afgezweet, dat is zeker! Zo tegen 2u mogen de kleintjes komen aanschuiven, klas per klas. Een kommetje gevuld met rijst, vlees en groenten. Ze snellen terug naar hun klasje - voor één keer mag er in de klas gegeten worden – en zetten de smulpartij in.


Sommigen kunnen gewoon niet wachten en beginnen er onderweg al malse brokjes uit te halen. Je moet die gezichtjes dan zien, goud waard! Het duurt een tijd voor iedereen bediend is, intussen worden de eerste kommen al afgewassen, die kunnen nu nog eens voor de groteren dienen. Wij, teachers, staff en genodigden mogen uit echte borden en met echt bestek eten. We mogen onszelf bedienen, ook wie geen vlees wil komt ruim aan zijn trekken. Het bestaat dus uit een mengeling van gekookte gekruide rijst met aardappelen, en dan de rauwe gesneden groeten die je erdoor mengt. De vleesliefhebbers nemen een stuk vlees met saus uit de pot. Er hoort ook een pili pili sausje bij dat je naar believen kan toevoegen. En... eerlijk waar: mmm.... het is heel lekker, je proeft er allerlei kruiden door!



De namiddag wordt verder opgevuld met een voorstelling: Wouter, de muzikale nieuwe vrijwilliger heeft een groepje kinderen in 2 dagen “We are the World” van Michael Jackson aangeleerd. Het klinkt echt goed, en iedereen klapt enthousiast. Nadien volgen nog wat zang- en dansnummers van Madame Irene en haar groepje, en ook een optreden van de plaatselijke acrobaten. 5 heel lenige mannen uit het dorp spingen, tuimelen en vertonen kunstjes, tot groot plezier van jong en oud.


Dan wordt afscheid genomen van de bezoekers, maar de dag is nog niet voorbij: er wordt nog verder gedanst, rijtjes gemaakt enz... Vooral de kleintjes vinden dit geweldig! Ze laten ons niet gaan! De grotere leerlingen staan er vaak wat onwennig bij. Maar ze genieten ook, dat merk je wel!

Een hele fijne dag dus, en morgen begint het weekend. Lekker alles traag laten lopen dan. En ook met Susan naar Ukunda, om te zien of de jurk die de plaatselijke fundi voor me maakte, goed zit. Benieuwd!!

dinsdag 6 juli 2010

Alweer examens...

Achteraf gezien, vliégen de weken! Al 7 weken ben ik hier, en nu ik er op terug kijk, lijkt het inderdaad helemaal nog niet zo lang. Terwijl ik sommige dagen écht naar huis en mijn gezin verlang hoor, wees daar maar zeker van!

Op school maak ik leuke en verrijkende dingen mee. Er is nu een vlotter contact met de collega's, ze plagen me en ik hen. De leerlingen die ik help, zijn enorm dankbaar, ook al heb ik niet steeds de indruk dat ik effectief iets méér kan betekenen. Maar als je de ernst ziet waarmee bv Joshua daarnet aan zijn klasgenootje Ali het optellen in 't Kiswahili 'aanleerde' - dat ik hém net in 't Engels had geleerd - dan kan je niet anders dan een smile op je gezicht hebben! Als je dàt kan, het aan anderen uitleggen, dan heb je het werkelijk béét!

De leerlingen van class 7 en 8 hebben volgende week examens. Alwéér, ja! En het is nu wel écht belangrijk. De examens worden door een groep geselecteerde leerkrachten centraal verbeterd, en de eerste 3 van elke school krijgen een soort 'vrijbrief' waarmee ze naar het secundair onderwijs kunnen overstappen. 'Kunnen', zeg ik. Want... dan moet je op internaat, en als je geen 700 à 800 euro per jaar kan op tafel leggen, dan kan je het wel schudden, hoe verstandig en gemotiveerd je ook bent! De leerlingen van onze school hebben dat meestal niet, en zijn dus afhankelijk van een sponsor, zoveel is duidelijk. Wie zich geroepen voelt om dit op zich te nemen, die is heel hartelijk welkom, dat spreekt!

In het vooruitzicht van die examens heb ik daarnet met een groepje van class 7 wat geoefend. Een belangrijk onderdeel van het ex is begrijpend lezen. Nu, dat is voor hen niet eenvoudig. Ze kunnen lezen, ze kunnen reproduceren, maar de essentie uit een tekst halen, en tricky vragen beantwoorden?... dat is niet hun 'cup of tea'!
Dat hebben we dus geoefend. De vrij lange tekst in paragrafen opgedeeld, de (sub)titels kritisch bekeken, en zo tot inzicht in de tekst en zijn opdeling gekomen. Ze luisterden en werkten bijzonder gemotiveerd en komen zeker donderdag terug, zo klonk het eensgezind.

Intussen is er hier in onze huisjes ook weer verandering gekomen. De vakantie in België is gestart en een aantal leerkrachten komen nu voor enkele weken naar hier. Wouter is leerkracht in het SO Merchtem, en Phaedra geeft Bio, Chemie en Fysica in een atheneum in Beveren. Karen is jonger, eigenlijk nog geen studente. Ze is hier uit volle overtuiging: wou het absoluut eens meemaken. Ze zal vooral de kleintjes assisteren, en ze is alvast in de wolken over die lieve zwarte hummeltjes.
Jammer dat die mensen niet zo lang blijven, het duurt tenslotte een hele tijd voor je het hier wat gewoon begint te worden, en je echt zicht krijgt op het schoolleven, de mogelijkheden én beperkingen ervan, en jouw eigen rol daarin. Dat is wel het voordeel dat ik had: 10 weken lang! Ik leerde er heel wat van, zowel op persoonlijk vlak als op cultureel en onderwijskundig vlak. En het is nog niet gedaan, nee nee.
Tot de volgende, dus.

woensdag 30 juni 2010

Voor keuken- en andere prinsen

Daar heb ik nog niet vaak over verteld, denk ik, over onze dagelijkse boodschappen en het kokerellen. Behalve dan met die 'white snapper-ervaring'.
Boodschappen dus. Ook een aparte ervaring! Wij komen hier niets tekort, maar je moet wel weten waar je wat kan krijgen.
Heel dicht bij ons en de school vind je al tal van kleine stalletjes. Sommige zijn open, een paar planken en de waren daar op uitgestald - maar dan wordt ’s avonds wel alles opzijgezet. Die verkopen vooral eigen geoogste groenten en fuit. Eerlijke producten, en dus niet steeds mooi van vorm en uitzicht. Maar wel lekker, en je ondersteunt er de lokale handel mee. Andere, meer permanente winkeltjes, zijn goed beveiligd met een metalen raamwerk. In het midden ervan een opening van zo’n halve vierkante meter: daardoor loopt de verkoop- en betaaltransactie. Wat je er kan kopen? De basisbenodigdheden voor een Keniaans huishouden: rijst, bonen, bloem, bakboter en olie, eieren, melk, suiker, zout, koffie... Daarnaast - zoals de snoepwinkeltjes bij ons - kauwgum, koekjes, snoepjes en ook sigaretten - per stuk! Je kan aan veel van die winkeltjes ook belkrediet kopen. Het bellen is hier goedkoop, en je kan kaartjes kopen met een code, die je dan op je GSM moet intoetsen. Heel gemakkelijk.




Wanneer ik iets meer keuze wil, dan ga ik een tiental minuutjes verder naar de kustweg toe. Mama Lucy heeft daar een grote kraam met heerlijk verse groenten & fruit. Ze is een échte mama, en zal je ook niet bedotten met minderwaardige producten. Ze heeft dan ook een goeie klandizie!
Er zijn verschillende soorten mango’s, en ze kosten zo’n 20 shilling ’t stuk (= 20 eurocent). Ik heb er ook voor het eerst appelmango’s geproefd: ook lekker en... inderdaad, een beetje naar appel smakend. De ananassen (90 Sh) zijn groot en heerlijk zoet, de passievruchten (in 3 soorten) kosten per kilo 120 Sh. Wat ze hier ook als fuit eten zijn avocado’s. Die zijn supergroot en smaken heel zacht waardoor je ze – als ze lekker rijp zijn - inderdaad met zoete vruchten kan combineren. Er zijn natuurlijk ook aardappelen – gewone én zoete bataten, pompoenen, wortelen, uien... En daarnaast heeft mama Lucy ook een keuze aan meer ‘westerse’ producten als champignons, selder, prei, courgetten, aubergines, boontjes... ja, dat is ook raar hoor! Wij noemen die fijne groene boontjes ‘Keniaanse’ boontjes, en dat klopt ook wel, want ze worden vooral ten noordoosten van Nairobi gekweekt. Maar de gewone Kenianen kennen die boontjes niet, ze zijn nl voor hen te duur. Een collega die eens mee kwam eten, vond die boontjes trouwens niet lekker: ze legde ze opzij op haar bord en haalde haar neus ervoor op, gek hoor! Ook prei kennen ze niet. Ik moest hen het woord ‘leek’ leren. Zij houden het vooral bij bonen, pompoenen, aardappelen en rijst. Qua kruiden en specerijen heb je bij mama Lucy ook een uitgebreide keuze: look, sterke en zachtere pepertjes, gember, peterselie, koriander, rozemarijn, en en sterk smakende soort basilicum. Keuze genoeg dus! Grote vleeseters komen hier niet zo goed aan hun trekken. Je kan uiteraard wel naar de Nakumatt (zie verder), maar ook daar vind je geen vers vlees noch vis, enkel diepvries. Vers vlees zie ik hier wel eens hangen bij de plaatselijke butcher (zo’n klein hokje) maar dat zou ik niet zo betrouwen, met de warmte en de rondvliegende insecten.
Je kan natuurlijk altijd wel je eigen geit of koe slachten, dan is het hier écht feest! Verse vis kan je wel krijgen, daar heb ik al eens over verteld. Vorige week kwam hier aan de gate een andere visser die prawns bij had: réuze garnalen, en supervers! Ik heb ze meteen klaar gemaakt, met wat look, een klein pepertje, wat koriander en vers limoensap. Mmmm... smullen maar!

En tenslotte... als ik grote boodschappen wil doen: brood, beleg, water (je hebt wel zo’n 2 à 3 l /dag nodig!) en andere drank... dan ga ik met de matatu naar Nakumatt, zo’n 3à4 km verder. Daar komen vooral toeristen en welgestelde Kenianen. Het assortiment is groot, ook qua kruiden, sausjes, lekkernijen... De non-food producten zijn vaak aan westerse prijzen. Crocs sandalen bv net zoals bij ons, aan 40 euro. De laatste keer nam ik, naast de gewone wekelijkse boodschappen, ineens 6 bidons van 5 l water, en liet me met de taxi naar huis brengen - wat een luxe - en dat voor 3 euro!

Oh ja... dat ging ik ook nog doen: receptjes doorgeven van ugali en andere dingen. Nu ja... voor de liefhebbers dan, want ugali het is niet direct aan mij besteed. Als welopgevoed meisje eet ik het wel als het op mijn bord ligt, maar ik zal er niet naar vragen! Het smaakt niet bijzonder, dat IS het net, het smaakt naar niets, volgens mij. Maar goed, voor de liefhebbers dan:

UGALI
Je hebt nodig: 1/2 l water en 450 g maïsmeel.
Breng het water in een pan aan de kook en roer er met een houten lepel of spatel voorzichtig 450 gr. maïsmeel door, tot een dikke, stevige brij ontstaat. Roer goed door, tot een fluweelzacht resultaat is bereikt. Breng het mengsel over op een schotel en dien het gerecht op met een dikke groentensoep of -saus. Aan tafel wordt de ugali met de hand genomen, een beetje gekneed en er wordt een holletje ingeduwd. Daar kan je dan de dikke soep/saus in doen, zodat je het samen in je mond kan brengen. Ugali wordt ook vaak met sukumawiki gegeten, een soort heel fijn gesneden spinazie. Ze doen er dan echter veel te veel zout bij, zodat het volgens mij gaat tegensteken. Als ik het voor mezelf wil maken, dan toch anders gekruid!

Mandazi’s zijn een soort broodjes/flapjes die op zich wel lekker zijn. Het probleem is dat die dingen vaak een tijd op voorhand worden gemaakt, en tegen de tijd dat je aan tafel gaat, zijn ze wat rubberachtig. Daarbij eten de Kenianen dit vaak met bonen, dat doen ze tenminste hiernaast in het kindertehuis Kebene. De flapjes zijn dan snel doorweekt. Alweer voor de liefhebbers dus, en nu van het internet geplukt: het recept. Volgens mij doen ze er hier niet vaak kardemonzaad door, want dat zou ik beslist smaken, ik vind dat nl heel lekker. Misschien thuis deze variant eens uitproberen?


De authentieke Keniaanse keuken is eigenlijk een armemensenkeuken. De laatste decennia is er zeker meer variatie in gekomen, en voor wie vlees en vis lekker vindt, zijn er heerlijke recepten en restaurants te vinden. Hier aan de kust heb je trouwens ook Arabische invloeden: pilaw en biriyani bv, en dat laatste kennen onze kinderen zeker: de laatste jaren heb ik dat een aantal keren gemaakt, en het is heel erg lekker – maar ook bewerkelijk, maak het dus niet als je slechts voor 2p kookt! Er zijn natuurlijk ook weer tal van variaties op dit thema mogelijk.

Smakelijk!

En tenslotte een boodschap voor het Belgische puffende volkje: ik weet het, jullie hebben last van een uitzonderlijke tropische hitte. Terwijl ik vandaag bv geen zon gezien heb. Temperaturen rond de 24°. En regen. Alweer. Ruilen?...

zaterdag 26 juni 2010

Er komt beweging in...

... en dat doet deugd!

Het schoolleven lijkt deze week wel in een versnelling gekomen. Veel heeft te maken met de tomeloze energie van Mama Rainbow, én met de goeie samenwerking en nieuwe initiatieven van Headmaster James. Het vertrek van de vorige directeur heeft wonden geslagen, maar heeft blijkbaar ook mensen aangezet om dingen te veranderen, en dat kunnen we alleen maar toejuichen. Het materiaal dat al zo lang opgeslagen lag, wordt nu van de zolder gehaald, en komt terecht in de klas en bij de leerlingen zelf. Toen ik dinsdag in de 'babyclass' een kijkje nam, zag het lokaal er heel anders en veel aantrekkelijker uit! Madame Fatumah had samen met Katrien de klas herschikt, met een hoekje voor een speelhuisje, een zit- en vertelhoekje, en een tafel vol potloden in verschillende kleurtjes. De andere klassen komen nu ook stilaan aan de beurt.



De leerlingen van class 4 hebben zelf gezorgd voor een kleuriger ruimte. Na de examens vorige week, was er tijd over om kleurige tekeningen te maken. Ik heb dan een plastic waslijn van de ene hoek van de klas naar de andere gespannen, en we hebben al die tekeningen er met nietjes aan gehangen. Leuk om zien, de fiere gezichten van de 'artiestjes'!



Ook wat betreft mijn taken is er vooruitgang, nl met het nieuwe straf- en beloningssysteem. De eerste teamvergadering rond dit onderwerp ging over het belang van een rustig klasklimaat en de noodzaak aan duidelijk klas- en schoolregels. Alle leerkrachten stellen nu een lijst op van de volgens hen belangrijkste regels, en dan moeten die samengebracht worden, voor de lagere en de hogere klassen afzonderlijk. De volgende teamvergaderingen zullen dan handelen over het belonen van leerlingen, nadien over het straffen bij ongewenst gedrag, en uiteindelijk over het 'Time Out' systeem dat we willen invoeren.
Grappig is dat gisteren in de leraarskamer plots ook een lijstje hing met regels voor de leerkrachten (o.m. tijdige aanwezigheid, geen eten mee naar de klas nemen, het toezicht over de leerlingen enz...)

De leerkrachten hebben sinds deze week een nieuw uurrooster, en dat heeft me ertoe aangezet om ook voor mezelf een rooster op te stellen. Ik ga nu, in afspraak met de klasleerkracht, op bepaalde tijdstippen met de 'slow learners' van de lagere klassen aan de slag, terwijl ik de hogere klassen vooral tijdens de 'prep' (studie) opvolg. Voor mij heel wat duidelijker wat mijn taken betreft!

En tenslotte ben ik ook naar de toekomst aan het kijken: binnen 4 weken komt Jef, en dan gaan we samen nog vakantie houden. Dat ben ik nu aan 't voorbereiden, en ik vind dat best wel leuk! Niet zo leuk is dat mensen die je een offerte beloven, niets meer van zich laten horen, zoals dat het geval was met iemand die mij nochtans werd aangeraden, maar ja... er zijn genoeg Safari-aanbieders op de markt. Goed vergelijken natuurlijk, maar tenslotte moet je dan toch eens de knoop doorhakken.

Zodus... je ziet: het heimwee is zo goed als gedaan, ik kijk weer vooruit!